Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 30538]
Dienst/afdeling: VGEF/PM
- De paragrafen over maatschappelijke voorzieningen zijn aangescherpt op het gebied van onderwiis
nieuwe sportcentrum en GWI/beleid,
- Bij verkeer is veel aandacht besteed aan de bovenstedelijke afwikkeling van het autoverkeer. In de
aangepaste tekst is duidelijker aangegeven dat de groei van de mobiliteit zijn grenzen bereikt en dat er
meer aandacht moet zijn voor andere vereersmodaliteiten zoals bevorderen fietsverkeer looproutes
transferia en openbaar vervoer.
- De milieuparagraaf is aangescherpt, waarbij het belang van alternatieve energieopwekking en
waterretentie ruimere aandacht krijgt.
Ruimtelijk
- In de Structuurvisie is in de oksel A16-A58 een kleinschalig transformatiegebied opgenomen om aan de
toekomstige behoefte aan werkgebied te voldoen Dit voorstel past in het provinciaal beleid:
integratiezone stad en land" langs de A16. In deze oksel kan echter maar een klein deel van de
zoekopdracht van 50ha voor de westzijde van de stad worden ingepast. Hiertegen is door alle groene
belangenorganisaties, o.a. de BMF, bezwaar gemaakt. Het bestaande landschap van de Rith zou
onherstelbaar worden aangetast. Een hernieuwde afweging van belangen (waarde van het gebied zeer
hoog en potentiële, met landgoed Zoudtland, en netto transformatieruimte relatief zeer klein) heeft ertoe
geleid dat nu wordt voorgesteld om de Rith niet meer te rekenen tot potentieel gebied waar transformatie
afweegbaar is. Dit heeft tot gevolg dat de zoekrichting voor ruimte van bedrijven in Breda-West ten
noorden van het knooppunt Princeville gerealiseerd dient te worden.
- Sterkere koppeling Centrum/SpoorzoneA/ia Breda: voorkomen moet worden dat de Spoorzone als
barrière in de stad gaat fungeren. Er bestaat een sterke verbinding (programmatisch en ruimtelijk) tussen
het stadshart van de binnenstad en de Spoorzone. Die relatie is het uitgangspunt voor verdere
ontwikkeling. Op de plankaart is het stadshart/binnenstad duidelijker aangegeven.
- Hoogbouw. In de discussie met de bevolking en Gebouw F, kwam naar voren dat hoogbouw ook als
positief middel moest worden gezien om nieuwe stadsdelen een eigen gezicht te geven. Dat betekent dat
je op dat vlak ook ontwikkelplanologie actief stimuleren) en niet alleen toelatingsplanologie toetsen
van initiatieven van derden) moet bedrijven. Voorgesteld wordt om architectonisch hoogwaardige
hoogbouw vooral in het gebied Via Breda te concentreren en minder hoogbouw bovenop de bestaande
mogelijkheden toe te voegen aan de randen van de stad.
- De vrijetijdsclusters zijn explicieter in de plankaart van de Structuurvisie opgenomen.
Realisatie
- Er is een planningskaart toegevoegd met de grote stedelijke woon- en werklocaties.
- Het geplande stedelijk programma voor wonen en werken tot 2020 is toereikend voor de planologische
opgave van 15.000 wooneenheden en 250 ha. bedrijventerrein, zeker op het terrein van woningbouw.
Gezien de planningsdynamiek en om reservelocaties te hebben voor woningbouw, worden een tweetal
locatie verkend: ten noorden van de Bredestraat en ten zuiden van Prinsenbeek.
Voor 50 ha bedrijventerrein ten westen van Breda is nog geen locatie gevonden. Ook hier zal een nadere
locatieverkenning plaatsvinden.
- De uitwerking van de ruimtelijke opgaven wordt gebiedsgericht en integraal opgepakt.
- Elke 4 jaar (2010 en verder) vindt er een actualisatie plaats van de visie. Tussentijds wordt de
ontwikkeling van de stad gemonitord en worden er stadsgesprekken gevoerd aangaande de toekomst
van de stad.
-6-