r^tLsO&ucS
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de ambities van de schoolbesturen en gemeente voor de planperiode. Eerst
wor t teruggekeken naar de scenario's uit het vorige MJP, vervolgens worden de ambities besproken in
twee hoofdthema s; ambities ten aanzien van het gebouw (functionaliteit, duurzaamheid) en ambities ten
aanzien van de wijk en omgeving (samenwerking en multifunctionaliteit).
3=1 Scenario's
Het 'Scenario MJP' van 2006 ging uit van drie scenario's, oplopend in ambitie. Scenario 1 staat voor de
enodigde maatregelen op basis van de zorgplicht uit de Bredase Verordening Onderwijshuisvesting.
Scenario 2 staat voor scenario 1 plus wat erbij komt rekening houdend met onderwijskundige
vernieuwingen; de VNG modelverordening wordt hier toegepast. Bij scenario 3 was het uitgangspunt om
enerzijds zoveel mogelijk beleidsrijk te werken en anderzijds na te gaan welke bijdrage schoolbesturen
kunnen leveren om dit scenario haalbaar te maken.
3.2 Ambities gebouw
De ontwikkelingen in het primair onderwijs zijn;
- minder klassikaal gericht onderwijs, meer groepsgewijs en zelfstandig werken
- meer zorgondersteuning, weer samen naar school
- meer ICT toepassingen
- veel aandacht voor onderwijsachterstanden
Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de eisen aan de onderwijshuisvesting. In het algemeen
kunnen we ervan uitgaan dat scholen meer behoefte hebben aan leerling- en personeelswerkruimtes, aan
ICT en vergaderruimte. We zien echter dat iedere school in de praktijk een antwoord op maat heeft Hoe
men de huisvesting aanpast op de ontwikkelingen is per school anders geregeld, afhankelijk van visie
beleid en werkwijze.
Het Rijk heeft als reactie op de genoemde ontwikkelingen in 2002 impulsgelden voor verbetering van
functionele kwaliteit beschikbaar gesteld.
voortgezet onde™'Js werd in het meerjarenplan 2003-2006 een 1e tranche vastgesteld op
€4.000.000 Dit is onderbouwd met een beleidsregel bij de Verordening. Hiervan is €3,1 miljoen inmiddels
uitgekeerd ten behoeve van het PO.
Uitgangspunt voor dit MJP is de modelverordening van de VNG. De tweede tranche functionele kwaliteit
wordt met behulp van de rekenregels van die modelverordening berekend. De al uitgekeerde bedragen uit
de vorige planperiode worden hierop in mindering gebracht.
Voor bestaande gebouwen wordt het onderscheid tussen inpandige aanpassing en uitpandige aanpassing
gemaakt. Van inpandige aanpassing is sprake als een school structurele leegstand kan benutten.
4 A r^f c
A O