bijvoorbeeld zoveel mogelijk bij werk-/kantoortijden/dagprogramma's van ouders en kinderen aan te
sluiten.
Hoe divers de arrangementen waarvoor scholen kiezen ook zijn, de gemeenschappelijke effecten zijn:
- dat ze alle leiden tot steeds meer samenwerking met partnerorganisaties. De meest directe partners
zijn peuterspeelzalen, kinder-, tussen- en buitenschoolse opvang. Overige partners zijn o.a. het
speciaal onderwijs, zorginstellingen, welzijns-, sport- en culturele organfsaties.
- dat ze alle leiden tot het gegeven dat kinderen langer op school zijn (dagarrangementen). Zowel
voor als na schooltijd zijn er steeds meer activiteiten en opvang.
- dat ze alle leiden tot passend onderwijs, waarbij het uitgangspunt is dat voor elk kind een passende
plek in het onderwijs gecreëerd wordt. Dit betekent dat er geen sprake is van langdurige indicatie-
procedures. Streven is goede afstemming tussen scholen onderling en tussen ouders-ieuadzora-
AWBZ.
- multifunctioneel ruimtegebruik steeds meer voorkomt Samenwerkingspartners brengen hun
normatieve oppervlak bij elkaar en creëren ruimtes voor gezamenlijk gebruik, zoals een hobby
ruimte, een mediatheek, keuken, kantine, spreek- en vergaderkamers, ontmoetingsruimte en
huiskamer.
Voor het ambitieniveau leidt dit tot de volgende kansen:
- Als er sprake is van uitbreiding van een school worden overige voorzieningen daarin zoveel
mogelijk betrokken. We gaan uit van de verplaatsing van in de wijk (solitair) gelegen kindfuncties en
eventueel andere voorzieningen mits aan de orde (bijvoorbeeld als er sprake is van verouderde of
slecht gebruikte gebouwen).
Als er sprake is van leegstand in een school wordt deze zoveel mogelijk ingezet voor andere
voorzieningen. Dit kan zijn voor een andere school die moet uitbreiden of een tijdelijke piek aan
leerlingen moet opvangen. Ook zijn deze ruimtes interessant voor kindfuncties of overige
voorzieningen.
Voorop staat dat de genoemde ambitie uitgaat van een bereidheid van scholen en andere organisaties om
samen te werken in de wijk. Dit gaat overigens uitstekend samen met het behouden en profileren van de
eigen identiteit
3 A Ruimte voor ambitie in dit tij
Dit MJP kent een investeringsbegroting die is gebaseerd op maatregelen inclusief onderwijskundige
vernieuwingen, op reële planningen (moment van aanbesteding) en waar nodig ook rekening houdend met
tijdelijke ruimtebehoefte. Op die manier zijn de begrote maatregelen inpasbaar in het kaderstellend budget
(dat was gebaseerd op scenario 2 exclusief risico's).
Met de lange termijn planning wordt ruimte gecreëerd voor het vinden van kansen voor een integrale
benadering, uitgaande van samenwerking en multifunctionaliteit. Hiervoor is het niet voldoende alleen de
plannen voor onderwijshuisvesting te concretiseren en te begroten. Ook de plannen voor andere
maatschappelijke voorzieningen, waarvan de basisuitgangspunten al in GWI zijn bepaald, dienen in 2008
verder uitgewerkt te worden in een maatschappelijke visie. Vanaf nu worden tevens alle bouwplannen