B a (ten schoolse op ven g
■5.1 Wat is buitenschoolss opvang?
Ais kinderen naar de basisschool gaan, dan kunnen ze na schooltijd, op schoolvrije dagen en in de
schoolvakanties worden opgevangen bij een voorziening voor buitenschoolse opvang (BSO). BSO bestaat
uit voor- en naschoolse opvang. Voorschools is de opvang vanaf 7.30 uur, eventueel inclusief ontbijt.
Naschools is de opvang na schooltijd tot 18.30 uur BSO tijd is vrije tijd. Kinderen worden begeleid en
verzorgd door gediplomeerde leid(st)ers. De buitenschoolse opvang is een prettige en huiselijke opvang,
waar het net als thuis gezellig is en waar kinderen speelkameraadjes en een eigen 'plekje' hebben. De
buitenschoolse opvang is als het ware een aanvulling op thuis. Anders, maar net zo veilig, vertrouwd en
prettig. De inrichting van binnen- en buitenruimte speciaal is in de ideaalsituatie afgestemd op de leeftijd
van kinderen.
Kinderopvang heeft zowel een economische, een pedagogische als een sociale functie. Deze drie functies
noemt men ook wel de drie maatschappelijke functies van kinderopvang.
5.2 Veranderende wetgeving
Basisscholen zijn in 2007 verplicht voor- en naschoolse opvang (samen buitenschoolse opvang ofwel
BSOte organiseren tussen 7.30 en 18.30 uur buiten schooltijd, op schoolvrije dagen en in de
schoolvakanties. Gemeenten hebben geen huisvestingszorgplicht voor BSO. BSO is een marktconforme
activiteit vallend onder de wet kinderopvang, in tegenstelling tot tussenschoolse opvang (TSO). Voor TSO
hebben schoolbesturen al sinds augustus 2006 de verplichting deze te organiseren. De administratieve
lasten voor vergoeding van de kosten voor kinderopvang aan ouders zijn vereenvoudigd en de vergoeding
is gestegen. Hierdoor zijn de kosten voor BSO voor ouders laag, vooral vanaf het tweede kind Om die
reden wordt landelijk een groei van BSO verwacht (zie 5.3). De Bredase schoolbesturen streven naar een
BSO in of nabij iedere school. Kober streeft, als grootste BSO aanbieder in Breda, naar een meer naar
leeftijd gedifferentieerde benadering, waarbij alleen jongeren kinderen en VSO in de school dienen plaats
te vinden. De gemeente is van mening dat de organisatie van BSO een verantwoordelijkheid is van
schoolbesturen en BSO aanbieders. Wenselijk is dat er per gebied in Breda voldoende BSO voorzieningen
zijn. Hiertoe dient bestaande huisvesting zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Schoolbesturen zijn
overigens in afwachting van een landelijke impuls voor tijdelijke huisvesting voor BSO vanuit de overheid.
5.3 Wat zijn de rutófljfce gevolgen van BSO in en bij scholen?
De ruimtelijke eisen zijn in het Toetsingskader BSO van de GGD weergegeven. Een BSO dient minimaal
over een eigen stamgroepruimte te beschikken. In schoolgebouwen kunnen ruimtes gehuurd worden door
BSO aanbieders van schoolbesturen. Voor deze verhuur dienen schoolbesturen toestemming te vragen
aan de gemeente. De gemeente ontvangt een huurvergoeding van de schoolbesturen voor de kapitaal- en
eigenaarslasten.
Met welke groei van BSO dienen schoolbesturen voor de huisvesting de komende jaren rekening te
houden? Landelijk gaat men uit van een groeipercentage van 15-20%. Per gemeente, per wijk en zelfs per
school kan dit groeipercentage echter verschillen. Schoolbesturen hebben daarom een groeiprognose per
AA