Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 31014] Dienst/afdeling: VSO/JP Er zijn verder geen aanpassingen van de bestaande infrastructuur voorzien. Nu al veroorzaakt het verkeer op de Westrik voor overlast en gevaarlijke situaties. Door toename van het verkeer vanuit de woonwijk zal de verkeersonveiligheid op de Westrik toenemen. Ook de ontsluiting zo direct bij een spoorwegovergang roept vragen op. Beoordeling. Aangezien de bedrijfsvestigingen langs de spoorlijn zijn komen te vervallen en deze bedrijfsgebouwen mede een functie hadden in de geluidswering voor het achterliggende gebied is een aanvullende akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek (Movares kenmerk: RIK-BP-060028276/ R95014B2BPA-versie 1.0, 11 april 2007) blijkt dat door de hierboven genoemde aanpassingen de geluidssituatie verbetert ten opzichte van het oorspronkelijke plan. Hoewel nog niet voor alle woningen wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, worden zowel het aantal woningen met een te hoge gevelbelasting als de maximale belasting per woning lager. Om de invloed van de spoorlijn Breda- Roosendaal te ondervangen zijn in het nieuwe plan een geluidscherm en een geluidwal evenwijdig aan de spoorlijn met een hoogte van 3 meter opgenomen. Voor de woningen met een te hoge gevelbelasting ten gevolge van het wegverkeerslawaai van de A16 en het spoorweglawaai van de spoorlijn Breda- Roosendaal zijn door ons college hogere waarden vastgesteld. Het ontwerpbesluit hiertoe heeft tegelijkertijd met het ontwerp van het bestemmingsplan ter inzage gelegen. Hiertegen werden geen zienswijzen ingediend. Ten aanzien van de zienswijze met betrekking tot de ontsluiting van het nieuwe woongebied op de bestaande infrastructuur wordt opgemerkt dat dit wordt gerealiseerd middels plateauconstructies. Dit om de snelheid op de kruisingsvlakken af te remmen. Hierdoor wordt het doorgaande verkeer op de Westrik afgeremd, waardoor er, met name ook op de kruisingen, een veilige situatie ontstaat. Voor wat betreft de ontsluiting van het plangebied in de nabijheid van de spoorwegovergang het volgende. De afstand tussen de ontsluitingsweg en de spoorwegovergang, die overigens zal worden voorzien van een AHOB-installatie, bedraagt ruim 45 meter, hetgeen als voldoende geacht wordt en zal, zeker gezien het feit dat het slechts bestemmingsverkeer is dat uit het plangebied de Westrik op zal rijden, naar verwachting geen nadelige effecten geven op de verkeersveiligheid. Voorts zal de ontsluiting op de Westrik worden uitgevoerd met een plateauconstructie om ter plaatse de snelheid te beperken en zo de verkeersveiligheid te verbeteren. Conclusie. Deze zienswijze ongegrond te verklaren. Inhoud zienswijze. Maakt bezwaar tegen een op de plankaart ingetekend pad door de houtwal. Met een extra ontsluiting voor het plangebied en het schrappen van de wandelroute vanuit het park Overbos, lijkt hem het geplande pad overbodig. De aanleg van dit pad kan aan de kant van de Zuidlaan door de onoverzichtelijkheid tot verkeersonveilige situaties leiden. Hier staan garage's van waaruit de auto's alleen achteruit richting Zuidlaan kunnen wegrijden. Verzoekt dit geplande pad niet aan te leggen. Beoordeling. Het onderhavige pad door de houtwal is alleen bedoeld als een verbinding voor het langzame verkeer en sluit aan op een stuk openbare weg. Het betreffende stukje weg wordt nu nog alleen gebruikt voor de ontsluiting van een aantal garages welke in de achtertuinen van de aangrenzende woningen zijn gebouwd. Het nieuwe pad zal worden voorzien van fietssluizen. Problemen met het in- en uitrijden van de garages worden niet voorzien omdat het om een zeer beperkt aantal autobewegingen per dag gaat. Conclusie. Deze zienswijze ongegrond te verklaren. N.M.P. van den Berg. Inf :e. W.M. Post. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2007 | | pagina 164