Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 30538]
Dienst/afdeling: VGEP/PM
Voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Breda wordt gewerkt aan het ontwikkelen en uitbouwen
van grote stedelijke structuren die randvoorwaardelijk zijn voor een kwalitatieve en kwantitatieve
ruimtelijke ontwikkeling:
- de hoofdwegenstructuur van de stad wordt aangevuld met de snelwegenruit om Breda;
- de bundeling van het groen en watersysteem in en om de stad vormt het stadslandschap, de groene
mal van de stad;
- de stedelijke entrees van de stad zijn en blijven de economische ontwikkelingszones c.q. assen.
Prioriteit op de middellange termijn (2015) wordt gegeven aan lopende transformatieprogramma's ten
behoeve van wonen en werken zoals Teteringen, Bavel-Zuid, Bavel Lijndonk/Tervoort, de Spoorzone Via
Breda, het Stationsgebied en Drie Hoefijzers.
In de potentiële transformatieruimte ten noordwesten van Breda worden de ruimtelijke mogelijkheden
verkend voor 50 ha bedrijventerrein. Daarnaast worden de woningbouwmogelijkheden in de toekomst ten
zuiden van Prinsenbeek en ten noorden van de Bredestraat.
Tevens wordt prioriteit gegeven aan de complementaire vrijetijdscentra van de Binnenstad, de Bavelse
Berg en het NAC-stadion.
Prioriteit wordt eveneens gegeven aan de lopende wijkontwikkeling de Hoge Vucht, Linie/Doornbos,
Heuvel en Driesprong.
Prioriteit op de middellange termijn (2015) wordt gegeven aan lopende revitalisering van
Krogten/Emer/Hintelaken, Hazeldonk en de reconstructie van het buitengebied van Breda, de Baronie en
de Wijde Biesbosch en Brabantse Delta.
In consolidatiegebieden wordt prioriteit gegeven aan de bestaande kwaliteit. Ruimtelijke initiatieven die
die kwaliteit versterken krijgen prioriteit op basis van de gemeentelijke woon- en GWI-doelen, met name
in die gebieden waar de actualisatie van het bestemmingsplan aan de orde is.
De realisatie van de structuurvisie loopt via
- de gebiedsgerichte aanpak van de transformatie, wijkontwikkeling, herstructurering en kwaliteits
gebieden, gebaseerd op de stedelijke planning waarbij per deelgebied doelgerichte integrale visies
worden opgesteld. Bij deze integrale visies gaat het eveneens om een integrale gebiedsfinanciering;
- een planmatige aanpak van de grootschalige stedelijke structuren (stadslandschap, hoofd
infrastructuur) die is gekoppeld aan de gebiedsgerichte aanpak en financiering;
- een beleidsmatige uitwerking van de inhoudelijke accenten, de vierjaarscyclus van de structuurvisie
(actualisatie in 2010), een stedelijk planningsinstrument en de monitoring smart maken.
De Structuurvisie is de basis voor samenwerking met partijen die de visie mee willen ontwikkelen en
wordt vierjaarlijks via de raad geactualiseerd.
Het gevolgde proces
De gemeenteraad is via de raadscommissie regelmatig betrokken bij de voortgang. De projectdefinitie en
het plan van aanpak zijn aan de commissie voorgelegd voordat het college tot vaststelling daarvan heeft
besloten. Eveneens is de concept-structuurvisie aan de commissie voorgelegd en het consultatieplan
voor het gesprek met de stad. Daarnaast zijn in de loop van het traject twee informele bijeenkomsten
geweest waarin de commissie is geïnformeerd over de uitgevoerde verkenningen en gesproken heeft met
het externe kwaliteitsteam (juni 2004). Bij een tweede bijeenkomst zomer 2005 is de commissie
betrokken geweest bij de strategische (scenario)beslissingen, die vooraf gingen aan het vervaardigen van
de integratiekaart.
-3-