>)§fC<
Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 31363]
Dienst/afdeling: BEL^
Memorie van toelichting Verordening onroerende-zaakbelastingen Breda 2008.
A. Algemeen.
1. Wettelijke basis. „wotk iaa/i
De verordening onroerende-zaakbelastingen is gebaseerd op de tekst van de Gemeentewet (Stb. 1994,
762). Voor de waardebepaling gelden tevens de bepalingen van de Wet waardering onroerende zaken
(Stb. 1994,874; hierna: Wet WOZ). In de verordening is gekozen voor een duidelijke scheiding tussen
verantwoordelijkheden op waarderingsgebied (geregeld in de Wet WOZJ en op heffingsgebied.
Overeenkomstig de Gemeentewet is daarom gekozen voor verwijzing naar de bepalingen in de Wet
WOZ en is de tekst van de desbetreffende bepalingen niet overgenomen in de verordening. Ten behoeve
van de praktijk wordt in de toelichting bij het betreffende artikel een korte toelichting op de werking van de
Wet WOZ gegeven. De verordening en toelichting zijn gebaseerd op de wetteksten zoals die voor e
jaar 2008 bekend zijn.
2. Financiële Verhoudingswet.
Met ingang van 1997 is er een samenhang tussen de hoogte van de algemene uitkering van een gemeente
en haar belastingcapaciteit voor de onroerende-zaakbelastingen. In het verdeelmodel voor het
qemeentefonds worden enerzijds bestaande kostenverschillen tussen gemeenten gladgestreken, voor zover
deze niet zijn toe te schrijven aan expliciete eigen beleidskeuzes. Anderzijds wordt, uitgaande van een voor
alle gemeenten gelijk rekentarief per waarde-eenheid van 2.500,00, rekening^houdeninde
verschillen in het vermogen eigen middelen te verwerven. De verevening met de waarde OZB wordt gesteld
op 80% van de waarde van woningen en 70% van de waarde van niet-woningen. Door deze systematiek
leiden verschillen in waarde van de onroerende zaken tot verschillen in belastingcapaciteit Het
gemeentefonds is dan ook te zien als egalisatiefonds voor verschillen in belastingcapaciteit De werkelij
hooqte van de tarieven heeft geen invloed op de uitkering uit het gemeentefonds. Doorda e
belastingcapaciteit wordt bepaald door de waarde van de onroerende zaken binnen de gemeente, is dit
alleen mogelijk wanneer alle gemeenten op hetzelfde moment en op dezelfde wijze hun waarde vaststdlem
Voor het jaar 2007 wordt gewerkt met de taxaties naar waardepeildatum 1 januari 2005. Voor het jaar 2008
wordt gewerkt met taxaties naar waardepeildatum 1 januari 2007.
3. Wet Waardering onroerende zaken.
Op 1 ianuari 1995 is de Wet WOZ in werking getreden. Deze wet regelt de bepaling en vaststelling van
waarde van onroerende zaken ten behoeve van de belastingheffing door rijk, gemeenten en waterschappen,
waaronder ook de onroerende-zaakbelastingen. De waardebepaling geschiedt onder verantwoordelijkheid
van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de onroerende zaak is gelegen.
De waarde wordt met een voor bezwaar en beroep vatbare beschikking aan de eigenaar en aan^de
qebruiker (belanghebbenden) bekendgemaakt. Vanaf 2007 wordt de waarde jaarlijks vastgesteld. Met
ingang van 2008 ligt de waardepeildatum één jaar voor aanvang van het kalenderjaar waarvoor de waarde
geldt.
4 Afschaffing OZB-gebruikersbelasting voor woningen.
Met ingang van 1 januari 2006 is de OZB-gebruikersbelasting voor woningen afgeschaft en zijn de
tarieven en tariefstijgingen aan een maximum gebonden (Wet van 22 december 2005, Stb. 725). Op
moment van redactie van deze Memorie is aanhangig bij de Staten-Generaai het wetsontwerp tot
opheffing van de limitering onroerende-zaakbelastingen.
B. Artikelsgewijze toelichting.
f^deaanhef wordt verwezen naar artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet. Omdat in de
Gemeentewet in voorkomende gevallen al wordt verwezen naar de Wet WOZ, is het niet nodig om
ook in de aanhef te verwijzen naar de Wet WOZ.
nïeJeenstemmingmet'artikel 220 van de Gemeentewet zijn de binnen de gemeente gelegeronroerende
zaken aangewezen als belastingobject. Ter zake van iedere onroerende zaak kan een directe belasting voor
het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht worden geheven. De belasting wegens 9enot
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangeduid als eigenarenbelasting. De belasting wegens