Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 31363]
Dienst/afdeling: BEL
Het begrip 'aard- en nagelvast' dat in het oud BW werd gebezigd, is in het nieuw BW niet meer terug te
vinden. Hoewel bij de aanpassing van het BW in 1992 is aangegeven dat met de wettekstwijziging geen
inhoudelijke wijziging is beoogd, blijkt uit jurisprudentie na die aanpassing dat er toch sprake is van een
ruimere uitleg van het begrip 'onroerend'.
De verschillende rechters toetsen daarbij niet alleen aan de technische vereisten van een gebouw of werk
maar ook aan de beoogde bestemming waarbij wordt gekeken naar de bedoeling van de bouwer (of zijn
opdrachtgever) zoals die naar buiten kenbaar is. De vraag of gebouwen en werken al dan niet onroerende
zaken zijn, is gevarieerd.
Zie voor windmolens Hoge Raad 23 februari 1994, nr. 29115, BNB 1994/136, Belastingblad 1994, blz. 299
(Franekeradeel); Hoge Raad 23 februari 1994, nr. 28837, BNB 1994/135, Belastingblad 1994, blz. 301
(Vlissingen); voor studentenpaviljoens Hof's-Gravenhage 28 oktober 1994, nr. 924055, Belastingblad
1995, blz. 82 (Studentenpaviljoens); voor een verrijdbare havenkraan Hoge Raad 8 juli 1997, nr. 31274,
LJN: AA2223, BNB 1997/294, Belastingblad 1997, blz. 711 (Nijmegen); voor portocabines Hoge Raad 31
oktober 1997, nr. 16404, NJ 1998/97, Belastingblad 1998, blz. 252 (portocabine); voor
recreatieonderkomens Hof Arnhem 26 mei 1998, nr 97/22544, Belastingblad 1999, blz. 48 (stacaravan);
Hof Arnhem 28 september 1998, nr. 97/21967 (weekendhuisje); Hoge Raad 20 september 2000, nr.
34371, LJN: AA7147, Belastingblad 2001, blz. 61 alsmede de verwijzingsprocedure Hof Arnhem 17 mei
2002, nr. 00/1765, Belastingblad 2002/932 (Maasbree) en Hoge Raad 7 juni 2002, nr. 36759, LJN: AE3831
(Nunspeet); en voor aanlegsteigers Hoge Raad 20 september 2002, nr. 37128, LJN: AE7857 (Den Haag).
Een drijvende woonboot is geen onroerende zaak omdat de duurzame vereniging met de (onder)grond
ontbreekt (Hoge Raad 22 juli 1988, nr. 25546, BNB 1988/282, Belastingblad 1988, blz. 579 (Wilnis)). Indien
een woonboot echter langdurig op de bodem ligt of is onderheid, is de woonboot wel een onroerende zaak
(Hof's-Gravenhage 31 juli 1996, nr. 93/2342, Belastingblad 1997, blz. 748 (woonboot op zanddam) en Hof
Amsterdam 23 april 1999, nr. 98/0065, Belastingblad 2000, blz. 54 (onderheide woonboot)). Overigens
kunnen gemeenten op grond van artikel 221 van de Gemeentewet met de onroerende-zaakbelastingen
vergelijkbare belastingen heffen van roerende woon- en bedrijfsruimten. Zie in dit verband ook de in
onderdeel II opgenomen verordening voor de belastingen op de roerende woon- en bedrijfsruimten.
Objectafbakening
De Wet WOZ merkt als onroerende zaak aan:
a. een gebouwd eigendom;
b. een ongebouwd eigendom;
c. een zelfstandig gedeelte van een gebouwd eigendom of ongebouwd eigendom;
d. een samenstel van een gebouwd eigendom, een ongebouwd eigendom of een zelfstandig
gedeelte daarvan;
e. een als verblijfsrecreatie bestemd en geëxploiteerd geheel van twee of meer gebouwde
eigendommen, ongebouwde eigendommen of zelfstandige gedeelten;
f. het binnen de gemeente gelegen deel van een gebouwd eigendom, een ongebouwd eigendom,
een zelfstandig gedeelte, een samenstel of een als verblijfsrecreatie bestemd en geëxploiteerd
geheel.
Gebouwd en ongebouwd eigendom
Onder een gebouwd eigendom worden niet alleen constructies van min of meer duurzame aard verstaan
die dienen voor het bewaren van goederen of het beschutten van personen of goederen tegen
atmosferische invloeden. Uit de jurisprudentie volgt dat ook installaties, open inrichtingen, locaties en
dergelijke bouwsels vallen onder het begrip gebouwd eigendom. Zie inzake zwembad Hoge Raad 7 maart
1979, nr. 19017, BNB 1979/125 (Rotterdam), inzake aardgaslocatie Hoge Raad 10 december 1980, nr.
19869, BNB 1981/45 (Denekamp), inzake hoogspanningsmasten Hoge Raad 16 april 1980, nr. 19727,
BNB 1980/183 (Beverwijk), inzake aanlegsteigers Hof Amsterdam 20 oktober 1982, nr. 2049/79, BNB
1984/308, Belastingblad 1985, blz. 114 (Amsterdam), inzake windmolens Hoge Raad 23 februari 1994, nr.
28837, BNB 1994/135, Belastingblad 1994, blz. 301 (Vlissingen) en Hoge Raad 23 februari 1994, nr.
29115, BNB 1994/136, Belastingblad 1994, blz. 299 (Franekeradeel). Een onroerende zaak die geen
gebouwd eigendom is, moet worden beschouwd als ongebouwd eigendom. Ook indien aan de grond
werkzaamheden zijn verricht of drainage is aangebracht, is sprake van een ongebouwd eigendom. Zo
concludeerde de Hoge Raad op grond van de aard en omvang van de grondwerkzaamheden bij de aanleg,
dat een tennisbaan een ongebouwd eigendom is (Hoge Raad 13 mei 1987, nr. 24454, BNB 1987/219,
Belastingblad 1987, blz. 495).
-7-