Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 31363]
Dienst/afdeling: BEL
Tweede lid
Uit efficiencyoverwegingen kan een gemeente besluiten geen belasting te heffen van onroerende zaken
waarvan de heffingsmaatstaf blijft beneden een bepaald bedrag. Dit bedrag mag maximaal 12.000,00
zijn. De mogelijkheid hiertoe berust op artikel 220h, eerste lid, van de Gemeentewet.
Artikel 6 Wijze van heffing
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege
van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. In deze verordening hebben wij
gekozen voor de heffing bij wege van aanslag.
Artikel 7 Termijnen van betaling
Eerste lid
Het eerste lid voorziet in de mogelijkheid dat van de termijnen die zijn genoemd in artikel 9 van de
Invorderingswet wordt afgeweken en betaling van de aanslagen in twee termijnen plaats moet vinden.
Tweede lid
Het tweede lid bepaalt dat in afwijking van het eerste lid één termijn geldt indien het totaalbedrag van alle op
één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan 2.500,00.
Derde lid
Ingevolge het derde lid is het mogelijk de aanslag(en) onroerende-zaakbelastingen in tien gelijke
maandelijkse termijnen te voldoen, mits het totaal van de op één aanslagbiljet vermelde aanslagen
gemeentelijke heffingen 100,00 of meer doch niet meer dan 2.500,00 bedraagt én machtiging is verleend
tot automatische incasso. De eerste termijn vervalt op de 28e van de maand volgende op de maand die in
de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke volgende termijn telkens een maand later.
Vierde lid
Dit lid voorziet erin dat, voor zover twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat de automatische
incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt, de machtiging als bedoeld in
het tweede lid geacht wordt niet te zijn verleend. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste
lid. Dit is eveneens het geval indien twee van de zes betaaltermijnen binnen een maand na afschrijving zijn
gestorneerd.
Vijfde lid
Het vijfde lid verklaart de Algemene Termijnenwet op voornoemde termijnen buiten toepassing.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels stellen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
Op grond van het tweede lid van dit artikel treedt deze verordening in werking met ingang van de eerste dag
na de dag van de bekendmaking.
Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet een besluit tot vaststelling van een belastingverordening
bekend worden gemaakt. Deze bekendmaking zal geschieden door plaatsing van de integrale tekst in het
Gemeenteblad. De opname van de 'Verordening onroerende-zaakbelastingen Breda 2008' in het
Gemeenteblad zal ook in een huis-aan-huisblad bekend worden gemaakt.
In het derde lid is de datum van ingang van de heffing opgenomen.
-17-
w