Gemeente Breda
1. Inleiding
Op grond van artikel 213 van de Gemeentewet dient jaarlijks een accountantscontrole plaats
te vinden op de jaarrekening. Tot 2004 was dit een verantwoordelijkheid van het college van
burgemeester en wethouders. Vanaf de jaarrekening 2004 ligt deze verantwoordelijkheid bij
de gemeenteraad als gevolg van de dualisering en de daarmee gepaard gaande wijziging van
de Gemeentewet. De gemeenteraad is daarmee opdrachtgever van de controle geworden.
Niet alleen de verantwoordelijkheid voor de accountantscontrole is verschoven, ook de
inhoud is gewijzigd. Ingevolge artikel 213 van de Gemeentewet moet de accountant vanat
2004 in zijn verklaring, naast het oordeel over de getrouwheid, ook een oordeel geven over de
rechtmatigheid. De tekst van artikel 213, derde lid luidt als volgt:
De accountantsverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle aan oj:
1. de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en
samenstelling van het vermogen;
2. de baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen;
3. de j aarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur te stellen regels;
4. het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.
Artikel 213, vierde lid geeft vervolgens enkele bepalingen over de inhoud van het verslag van
bevindingen.
Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval bevindingen over:
1. de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een
getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en
2. onrechtmatigheden in de jaarrekening
Met de accountantscontrole als instrument en de twee genoemde documenten als product
daarvan, heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om te controleren of het beleid is uitgevoerd
binnen de gestelde kaders.
Op het gebied van getrouwheid zal de accountant, evenals voorgaande jaren, zelf vaststellen
of dit in orde is. Inzake rechtmatigheid ligt dit iets anders. Rechtmatigheid is een
verantwoordelijkheid van de organisatie zelf en de organisatie dient dan ook zelf te
constateren of dit in orde is met behulp van een financieel beheerssysteem. De accountant
toetst dit systeem en stelt op die wijze vast of er rechtmatig gehandeld wordt.
Om de reikwijdte van de accountantscontrole en meer specifiek van het rechtmatigheidsbegrip
in te kaderen, is dit controleprotocol opgesteld. Het geeft de accountant een praktische
richtlijn inzake de kaders en de aandachtsgebieden die door de raad aan de
rechtmatigheidstoets worden toegekend.
Controleprotocol gemeente Breda
4