Gemeente Breda
Registratienr: 31674]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: SSC/JZ
Agendapuntnummer: 1h Aantal bijlagen: -
Betreft:
De bezwaarschriften van de heer en mevrouw Van den Kieboom en Actiecomité Windstil tegen het besluit
van 10 mei 2007 tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een gebied gelegen aan de Grintweg 22
en Kluisstraat.
Inleiding
Op 10 mei 2007 heeft de gemeenteraad van Breda het besluit genomen tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit voor een gebied gelegen aan de Grintweg 22 en Kluisstraat.
Bij brief van 20 juni 2007, binnengekomen 26 juni 2007 resp. bij brief van21 juni 2007, binnengekomen
25 juni 2007, hebben de heer en mevrouw Van den Kieboom resp. Actiecomité Windstil hiertegen een
bezwaarschrift ingediend.
Voorstel
De bezwaren ongegrond verklaren en het bestreden besluit in stand laten overeenkomstig het advies van
de Adviescommissie bezwaarschriften.
Motivering/Toelichting
In mei 2002 heeft Vestas Nederland BV namens de heer Verhoef het verzoek ingediend voor het
oprichten van 2 windturbines aan de Grintweg 22 te Breda.
De procedure van artikel 19, eerste lid WRO is doorlopen en de verklaring van geen bezwaar is door GS
verleend op 17 augustus 2004. Vervolgens is de vrijstelling verleend op 7 oktober 2004 en de
bouwvergunning op 3 februari 2005.
Naar aanleiding van ingediende bezwaren heeft het college opnieuw beslist, nadat het advies van de
bezwarencommissie was ontvangen op 14 juli 2005. Op 4 april 2006 heeft de Rechtbank naar aanleiding
van ingediende beroepen de beroepen ongegrond verklaard behoudens het beroep tegen de ruimtelijke
onderbouwing. Vastgesteld werd dat opnieuw op de bezwaren beslist moest worden nadat een
landschapsplan is gemaakt en de ruimtelijke onderbouwing was aangepast.
In verband hiermee dient een herbevestiging van de afgegeven verklaring van geen bezwaar door GS
gevraagd te worden waarna opnieuw beslist wordt op het verzoek om vrijstelling.
Omdat een eerder voorbereidingsbesluit was vervallen was het nodig een nieuw voorbereidingsbesluit te
nemen.
De commissie is van oordeel dat de gemeenteraad, gelet op de bewoordingen van artikel 21, eerste lid,
van de WRO en de aard van de bevoegdheid die hem daarin is toegekend, een ruime mate van
beleidsvrijheid toekomt. Dit betekent dat, als een voorbereidingsbesluit wordt genomen om een vrijstelling
als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de WRO, voor het uitvoeren van een bouwplan mogelijk te maken,
alleen dan maar aanleiding zal zijn voor de conclusie dat de gemeenteraad niet in redelijkheid tot het
nemen van een voorbereidingsbesluit heeft kunnen overgaan, als al bij globale beschouwing meteen
duidelijk had moeten zijn dat het voorgenomen bouwplan in planologisch opzicht onaanvaardbaar is. De
commissie voelt zich in deze opvatting gesteund door de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State op 15 januari 2003, nr. 200104563/1gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Consequenties
Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na dagtekening beroep instellen bij de
rechtbank, sector bestuursrecht, in Breda.
