Gemeente Breda Registratienr: 31889] RaadsvoorstelDienst/afdeling: SSC/JZ Agendapuntnummer: 1d Aantal bijlagen:-- Betreft: Bezwaarschrift van mevrouw M.E.P.Th, van Beek-Jansen tegen het aanwijzen van gronden gelegen in de plangebieden Waterdonken-Waterakkers, Bouverijen-Woonakker en Meulenspie-Valkenstraat als gronden waarop de artikelen 10 t/m 24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn, met als planologische grondslag de vastgestelde bestemmingsplannen Waterdonken-Waterakkers, Bouverijen- Woonakker en Meulenspie-Valkenstraat. Inleiding Op 18 oktober 2007 heeft de gemeenteraad van Breda het besluit genomen tot het aanwijzen van gronden gelegen in de plangebieden Waterdonken-Waterakkers, Bouverijen-Woonakker en Meulenspie- Valkenstraat als gronden waarop de artikelen 10 t/m 24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn, met als planologische grondslag de vastgestelde bestemmingsplannen Waterdonken-Waterakkers, Bouverijen-Woonakker en Meulenspie-Valkenstraat. Bij brief van 3 december 2007 heeft mevrouw M.E.P.Th, van Beek-Jansen (verder reclamante) hiertegen een bezwaarschrift ingediend. Op 23 januari 2008 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden. Het verslag daarvan is bijgevoegd. Voorstel Conform het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften de bezwaren ongegrond verklaren en het bestreden besluit in stand laten. Motivering/Toelichting De vestiging van een voorkeursrecht middels de Wvg is bedoeld om het gemeentebestuur een voorkeurspositie te verschaffen bij vervreemding van gronden en opstallen. Zolang de mogelijkheid bestaat dat derden onroerende zaken in het betreffende gebied kunnen verwerven en daarmee de voorgenomen ontwikkelingen van het gemeentebestuur in het betreffende gebied bemoeilijken of doorkruisen, is het van groot belang een voorkeursrecht te vestigen. De commissie is nagegaan of in dit geval aan de wettelijke voorschriften en de daarbij gestelde randvoorwaarden is voldaan. Haar is daarbij het volgende gebleken. De vestiging van een voorkeursrecht kan in verschillende stadia van de ruimtelijke planontwikkeling plaatsvinden. Bij de planontwikkeling kan het gaan om zowel een structuur- als een bestemmingsplan. De verschillende aanwijzingsbesluiten dienen elkaar tijdig op te volgen om te voorkomen dat het voorkeursrecht vervalt. In het voorliggende geval heeft de gemeenteraad op 15 juli 2004 op grond van artikel 2 van de Wvg voor de ontwikkeling van de plangebieden "Waterdonken-Waterakkers", "Bouverijen-Woonakker" en "Meulenspie-Valkenstraat" op diverse percelen een voorkeursrecht gevestigd op basis van het Structuurplan "Breda Noordoost/Teteringen". Dit voorkeursrecht was gevestigd voor maximaal twee jaar. Op 1 juni 2006 is het voorkeursrecht op basis van artikel 2, vierde lid, van de Wvg voor de duur van één jaar verlengd. Op 22 mei 2007 heeft het college op basis van artikel 6, eerste lid, van de Wvg dit voorkeursrecht verlengd op basis van de ter inzage gelegde ontwerp bestemmingsplannen Waterdonken- Waterakkers, Bouverijen-Woonakker en Meulenspie-Valkenstraat. Ingevolge artikelen 6 en 2 van de Wvg heeft de raad het voorkeursrecht als bedoeld in artikel 2 Wvg in de genoemde plangebieden bestendigd op basis van de vastgestelde bestemmingsplannen Waterdonken-Waterakkers, Bouverijen-Woonakker en Meulenspie-Valkenstraat. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 14