Gemeente Breda Registratienr: 31854] Raadsvoorstel Dienst/afdeling: VSO/JP hiervan is dat de luchtkwaliteit binnen Breda momenteel niet overal voldoet aan de normen, maar dat dit voor een groot deel te wijten is aan de hoge achtergrondconcentratie. Verder moet worden opgemerkt dat in zijn algemeenheid geldt dat de luchtkwaliteit in de afgelopen decennia aanzienlijk schoner is geworden, maar dat op dit moment helaas nog niet overal wordt voldaan aan de in het Besluit luchtkwaliteit 2005 opgenomen grenswaarden. Steeds duidelijker wordt dat vooral bronmaatregelen kunnen bijdragen aan het terugdringen van luchtverontreiniging, maar dat het nemen van bronmaatregelen vooral ligt bij het Rijk en Europa. Om die reden is de gemeente Breda actief op provinciaal, landelijk en zelfs Europees niveau voor het verbeteren van de luchtkwaliteit, maar Breda wil zelf ook haar steentje bijdragen. In het Luchtkwaliteitplan 2006-2009 (vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op 17 januari 2006) wordt een pakket van maatregelen voorgesteld, waarbij onder andere een schoon gemeentelijke wagenpark, schoon openbaar vervoer, milieuzonering, verkeersdoorstroming, fietsmaatregelen en vervoersmanagement speerpunten zijn. De belangrijkste lokale bron van luchtverontreiniging is het verkeer, waar een groot deel van de voorgestelde maatregelen betrekking op heeft. In het MER Spoorzone werd geconcludeerd dat er op het gebied van Luchtkwaliteit binhen het plangebied Spoorzone mogelijk overschrijdingen van de grenswaarden waren, daarom is in 2006 aanvullend onderzoek verricht naar de luchtkwaliteit binnen het plangebied Spoorzone (inclusief deelgebied Drie Hoefijzers). Uit dit luchtkwaliteitonderzoek, uitgevoerd door KEMA, blijkt dat wordt voldaan aan de in het Besluit Luchtkwaliteit 2005 (per 15 november 2007 de Wet Luchtkwaliteit) opgenomen grenswaarden. Verder heeft KEMA, voor een optimalisatie van de verkeerssituatie binnen de Spoorzone Breda, een aanvullend luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd. Ook uit dit onderzoek bleek dat de resultaten onder de wettelijke grenswaarden liggen. 3. De gevraagde stukken zijn toegezonden. Conclusie De zienswijze ongegrond te verklaren. 5. Dhr. H.F. Haarman Samenvatting 1Appellant maakt zich zorgen over de verkeersbelasting in de buurt, met name de Driehoefijzersstraat. Hij plaatst vraagtekens bij de gedane aannames en stelt daar zijn eigen berekening tegenover. Hij concludeert dat er 4.000 mvt/dag zullen rijden (een verviervoudiging van de huidige situatie). 2. Hij herhaalt zijn inspraakreactie van 11 maart 2007: aWeren van criminaliteit-aantrekkende activiteiten (grow-smart etc.) door een bepaling in het bestemmingsplan. Bestemming GD-1dit gebied dient de bestemming woongebied te krijgen (uitgezonderd de bestaande bedrijven). b. Bestemming GD dient de bestemming maatschappelijk te krijgen (yoga/recreatie). c. Het gebouw hoekpunt Oranjesingel -Terheijdenstraat dient hoger (12-14 lagen) te worden en dient een landmark functie te hebben, passend in de stijl van de Koepel en het oude hoofdkantoor van Inbev. d. Bouwhoogten van overige complexen zijn te hoog. Verzoek om maximaal 5 lagen. e. Verzoek om variatie en diversiteit aan te brengen in de nieuw te bouwen woningen en kantoorpanden. f. Zorgen over belasting van de Driehoefijzersstraat m.b.t. verkeercirculatie in de buurt. Dient in nieuwe situatie minder te zijn. Vraagt om oplossing in deze kinderrijke buurt voor de onveilige situaties. -8- ~:V V- -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 37