Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 31607]
Dienst/afdeling: VSO/JP
Het betreft de bouw van vrijstaande woningen op ruime kavels. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt
bestaan hiertegen geen bezwaren. De ecologische zone, zijnde een bestaande waterloop, blijft in het
nieuwe bestemmingsplan gehandhaafd met de bestemming Water. In dit kader wordt nog opgemerkt
dat ook de percelen van reclamanten deels gelegen zijn binnen de door hen bedoelde ecologische
zone zoals die in het eerdere voorontwerp van het bestemmingsplan in 2000 was opgenomen.
Het plan is inmiddels grotendeels gerealiseerd of er lopen voor deze plannen procedures als bedoeld
in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het gaat hierbij nog om enkele losse percelen
welke zijn gelegen tussen reeds bestaande woningen. Naar onze mening zijn hier dan geen
belangen als bedoeld in de Flora en Faunawet in het geding.
Voor het bestemmingsplan is een grondexploitatie opgemaakt. Hierbij is geconstateerd dat het plan
voorziet in een positief exploitatieresultaat. Bij de vaststelling van de grondprijzen is met de
mogelijkheid van planschade rekening gehouden. De eventuale betaling hiervan is binnen de
grondexploitatie dan ook gegarandeerd.
Conclusie
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
Ambtshalve wijzigingen
Los van taalkundige verbeteringen ten behoeve van de leesbaarheid en consistentie zijn er de volgende
inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd:
Plankaart
Aanduiding "Bijenhouderij" toegevoegd op het perceel aan de Klein Wolfslaar 16A;
Aanduiding aangepast van "Woningen vrijstaand (Wv)" naar "Woningen" voor de woningen aan de
Valkenlaar 75 t/m 83;
Voorschriften
Algemeen:
In de voorschriften werd onvoldoende een relatie gelegd tussen het gebruik en de
bebouwingsmogelijkheden voor het genoemde gebruik van de bestemmingen. Daarom is per artikel
bij de bouwvoorschriften deze tekst toegevoegd: "Op, of in de in lid 1 bedoelde gronden mogen
uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de
volgende bepalingen
Per artikel:
De voornaamste wijzigingen hebben betrekking op de voorschriften voor Woondoeleinden. Er zijn enkele
artikelen toegevoegd ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en interpreteerbaarheid van de
voorschriften. Onder deze zijn:
Artikel 3.2.1lid c.: "de oppervlakte van bouwpercelen bij vrijstaande woningen, op de plankaart
aangeduid met "Wv", mag niet minder dan 1000 m2 bedragen; de oppervlakte van bouwpercelen bij
bestaande vrijstaande bebouwing mag niet minder bedragen dan de ten tijde van het van kracht
worden van het plan bestaande perceelsoppervlakte indien deze minder is dan 1000 m Om
flexibel te kunnen omgaan met deze regeling voor bijvoorbeeld woningen die een oorspronkelijk
bebouwingslint is er een vrijstelling opgenomen om max. 10% te kunnen afwijken van die 1000 m2.
o Om te waarborgen dat het middengebied de kwaliteit heeft van ruime woningen op ruime
kavels is dit artikel toegevoegd. De 1000 m2 eis is altijd een harde eis geweest bij de uitgifte.
Zo wordt er voorkomen dat er percelen worden gesplitst en/of verkleind en wordt dus verdere
verdichting voorkomen. Om te voorkomen dat percelen die net is kleiner zijn niet onder het
overgangsrecht te laten vervallen, is de laatste zinsnede toegevoegd.
Artikel 3.2.2., lid d.: "de afstand tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen mag bij vrijstaande woningen
niet minder dan 7 meter bedragen, met uitzondering van vrijstaande woningen die zijn gelegen in de
oorspronkelijke bebouwingslinten Koolpad, HertenlaarA/alkenlaar, Klein Wolfslaar en de Nieuw
Wolfslaarlaan (de Oude Bredaseweg), in welk geval de afstand niet minder dan 3 meter mag
bedragen dan wel de ten tijde van kracht worden van het plan bestaande afstand als deze minder is,
bij halfvrijstaande of geschakelde woningen aan de zijde waar niet is aangebouwd aan een ander
hoofdgebouw, mag de afstand niet minder dan 3 meter bedragen dan wel de ten tijde van kracht
worden van het plan bestaande afstand als deze minder is";
-5-
