Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 32047]
Dienst/afdeling: VMIL/ML
referentie te kiezen. De referentiesituatie bestaat uit de huidige situatie en de autonome
ontwikkelingen. Als autonome ontwikkelingen in de (wijdere) omgeving zijn meegenomen: Via
Breda, woningbouw in Teteringen en de maximale ontwikkelingen in Bavel zuid (woningbouw en
bedrijventerrein ten zuiden van Bavel). De ontwikkeling van woningbouw bij Tervoort en de
bijbehorende infrastructuur is pas op langere termijn voorzien (circa 2020) en daarom niet
meegenomen in de referentiesituatie;
Scenario 1: realisatie van alleen het evenementencomplex. In dit scenario krijgen de volgende
ontwikkelingen een plaats: een evenementenhal, evenemententerrein (buiten), landschapspark,
parkeervoorzieningen, ca. 10.000m2 commerciële voorzieningen (sport, vrije tijd, muziek en
cultuur) en een uitwerkingslocatie voor bedrijfsvestiging. Bij deze invulling is er sprake van 1,4
miljoen bezoekers per jaar (worst case). Voor het bedrijventerrein zijn verschillende varianten
onderzocht:
o Inrichtingsvariant A: 0 ha bedrijventerrein
o Inrichtingsvariant B: 6 ha bedrijventerrein
o Inrichtingsvariant C: 10 ha bedrijventerrein
Scenario 2: realisatie van alleen het terrein "De Berg". De voorgenomen activiteiten op de Berg
liggen nog niet vast. Ze zijn onder andere afhankelijk van de interesse van private investeerders.
Voor het MER is uitgegaan van de volgende ontwikkelingen: werklocaties, een
wintersportcentrum, golfcentrum, retail, leisure en horecagelegenheden. Er zijn bij dit scenario
twee inrichtingsvarianten uitgewerkt om de bandbreedte van de mogelijke effecten te verkennen:
o Inrichtingsvariant A: maximale invulling "De Berg". In deze variant wordt uitgegaan van
een bruto vloeroppervlak van 75.000 m2 met een bouwhoogte van circa 4 tot 15 meter.
Bij de maximale invulling wordt uitgegaan van 750.000 bezoekers per jaar (worst case).
Verder wordt een helihaven gerealiseerd,
o Inrichtingsvariant B: minimale invulling "De Berg". Het bruto vloeroppervlak blijft
hetzelfde als in de maximale variant maar wordt op een andere manier ingevuld: de
bouwhoogte is lager (4 tot 6 meter) en daarmee de oppervlakte waarover gebouwd
wordt, groter. Er wordt uitgegaan van 500.000 bezoekers per jaar (worst case) en er
komt geen helihaven.
Scenario 3: realisatie van zowel het evenementencomplex als "De Berg". In dit scenario is
gekeken naar de cumulatie van effecten als beide ontwikkelingen doorgaan. Er is gerekend met
de maximale invulling van zowel het evenementencomplex (scenario 1, variant C) als "de Berg
(scenario 2, variant A). Er is sprake van 2,2 miljoen bezoekers per jaar (worst case). Binnen
scenario 3 zijn er twee varianten voor wat betreft de locatie van de skihal:
o Inrichtingsvariant A: skihal op de noordwest helling,
o Inrichtingsvariant B: skihal op de zuidwestelijke helling.
Cumulatieve effecten Breda-Oost en Bavelse Berg
Zoals eerder genoemd, heeft de referentiesituatie betrekking op het jaar 2010. De geplande
ontwikkelingen rondom Tervoort zijn dan nog niet gerealiseerd. Deze zijn voorzien voor 2020. Om ook
inzichtelijk te maken welke effecten kunnen ontstaan als gevolg van alle ontwikkelingen in Breda Oost én
de Bavelse Berg is er een analyse voor 2020 verricht. De nieuwe woonwijk in Tervoort (maximaal 3000
woningen) die gelegen is op korte afstand van het plangebied wordt hierin meegenomen. Ook is rekening
gehouden met een nieuwe ontsluitingsstructuur in 2020 voor het gebied Breda-Oost. Aangezien nog niet
precies bekend is hoe deze gaat lopen, zijn verschillende ontsluitingsvarianten doorgerekend. Daarnaast
zijn de cumulatieve effecten van Breda-Oost en Park de Bavelse Berg op het gebied van lucht en geluid
inzichtelijk gemaakt. Deze analyse met betrekking tot de cumulatie van effecten wordt beschreven in
hoofdstuk 5 van het MER.
Uitkomsten van het milieueffectrapport
Voor bovenstaande scenario's is beoordeeld wat de effecten zijn op het milieu. Vervolgens is gekeken
hoe deze negatieve effecten zoveel mogelijk kunnen worden beperkt of voorkomen (mitigerende
maatregelen) terwijl nog steeds aan de gestelde doelen van het project wordt voldaan. Deze analyse leidt
tot het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA). Het MMA wordt gevormd door scenario 3 dat zo is
aangepast dat het alternatief de minste schade toebrengt aan het milieu en de beste mogelijkheden biedt
voor ecologische en/of landschappelijke meerwaarde. Binnen scenario 3 verschillen de
-2-