Gemeente Breda
Registratienr: 32900]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO/JP
Agendapuntnummer: 4.2 Aantal bijlagen: -
Betreft:
Vaststellen Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Breda 2008.
Inleiding
Met ingang van 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in
werking getreden. In tegenstelling tot de 'oude' Wet op de Ruimtelijke ordening (WRO) is het opstellen
van een procedureverordening wettelijk verplicht.
Voorstel
Te besluiten tot het vaststellen van de procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in
planschade gemeente Breda 2008.
Motivering/Toelichting
Krachtens artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan degene die in de vorm van inkomens
derving of vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden als gevolg van
een planologische maatregel, op aanvraag een tegemoetkoming in planschade worden toegekend, voor
zover de schade redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven en voor zover de
tegemoetkoming in planschade niet voldoende anderszins verzekerd is.
Afdeling 6.1 (Tegemoetkoming in schade) van de Wro bevat bepalingen over het tijdstip waarbinnen
aanvragen moeten worden ingediend (artikel 6.1, vierde en vijfde lid, Wro), is uitgewerkt welke schade in
ieder geval voor rekening van de aanvrager dient te blijven (artikel 6.2 Wro) en wordt ingegaan op zaken
die het bestuursorgaan bij het nemen van een beslissing op het aanvragen om een tegemoetkoming in
planschade dient te betrekken (artikel 6.3 Wro).
Artikel 6.1, derde lid, Wro stelt eisen aan de aanvraag om een tegemoetkoming, die op grond van artikel
6.7 Wro in het Bro zijn uitgewerkt. De regels in het Bro leiden tot een uniformering en standaardisering
van regels omtrent de inrichting en behandeling en de wijze van beoordeling van een aanvraag om
tegemoetkoming in schade. Onder de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en het Besluit op de
ruimtelijke ordening 1985 (Bro 1985) bestond de noodzaak dat iedere gemeente een regeling voor de
behandeling van de planschadeverzoeken moest opstellen. De regeling met betrekking tot de
behandeling van de aanvragen is nu terug te vinden in het Bro.
In het Bro zijn in afdeling 6.1 (Tegemoetkoming in schade) de vereisten voor het indienen van een
aanvraag, alsmede een aantal procedurevoorschriften en de regels voor het aanwijzen van een adviseur
opgenomen. Artikel 6.1.3.2 Bro verplicht het college een adviseur aan te wijzen die advies uitbrengt over
de op de aanvraag te nemen beslissing. In artikel 6.1.3.3, eerste lid, Bro wordt voorgeschreven dat de
gemeente een verordening moet vaststellen over de wijze waarop een adviseur wordt aangewezen en de
wijze waarop deze tot een advies komt.
In artikel 6.1.3.3, tweede lid, Bro wordt bepaald dat de door uw raad vast te stellen verordening in ieder
geval betrekking moet hebben op:
a. de deskundigheid en de onafhankelijkheid van de adviseur;
b. de gevallen waarin een adviescommissie wordt ingeschakeld;
c. het tijdstip waarop de adviseur wordt ingeschakeld;
d. de wijze waarop de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen en de
belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de Wro vooraf in de
aanwijzing van de adviseur worden gekend, dan wel na deze aanwijzing kunnen wraken;