In overweging nemende: Dat in de periode 1986-1988 op basis van schriftelijke overeenkomsten tussen partijen (onder meer) afspraken zijn gemaakt omtrent een jaarlijkse uitkering van gaswinsten. Dat partijen nadien schriftelijk aanvullende afspraken hebben gemaakt over de gaswinstuitkeringen. Dat eindjaren 90 discussies ontstonden tussen partijen over de hoogte van deze gaswinstuitkeringen voor de verdere vervolgperioden. Dat dit leidde tot een bindend advies procedure tussen partijen, uitmondend in een bindend advies in mei 2003 voor de vaststelling van de hoogte van de gaswinsten voor de jaren 2000 en 2001 (hierna: het "Bindend Advies"). Dat de afspraken, rechten en verplichtingen met betrekking tot deze gaswinstuitkeringen uit hoofde van de stukken als bedoeld in de voornoemde overwegingen in het navolgende gezamenlijk zullen worden aangehaald als: de "Gaswinstuitkeringen". Dat vaststaat dat Partijen tot heden geen definitieve overeenstemming hebben bereikt over de eindafrekening van de jaarlijkse gaswinstuitkeringen, gerekend vanaf 2002 Wel zijn er door Essent vanaf voornoemd jaar aan de Gemeenten voorschotten voldaan. Dit werd en wordt onder meer veroorzaakt door veranderde marktomstandigheden (in het bijzonder de liberalisering van energiemarkten) en discussies over de vraag welke partij gehouden is de consequenties te dragen van (een eventuele) met-aftrekbaarheid voor de Vennootschapsbelasting met betrekking tot de Gaswinstuitkeringen. Dat partijen in het licht van veranderende marktomstandigheden (in het bijzonder de liberalisering van energiemarkten) in de afgelopen maanden hebben onderzocht of en zo ja onder welke voorwaarden de rechten en verplichtingen die tussen Essent enerzijds en ieder van de Gemeenten anderzijds voortvloeien uit de Gaswinstuitkeringen, de hiervoor genoemde overeenkomsten (op basis waarvan in het bijzonder de Gaswinstuitkeringen verschuldigd zijn) en het Bindend Advies ineens en tegen hnale kwijting kunnen worden afgekocht c.q. beëindigd. Dat partijen op hoofdlijnen voorwaardelijke overeenstemming hebben bereikt over de voornoemde afkoop en beëindiging en in het verlengde daarvan deze Intentieverklaring hebben opgesteld. Verklaren overeen te komen als volgt: Artikel 1 Reikwijdte van deze Intentieverklaring Partijen verklaren zich jegens elkaar te willen binden ter integrale beëindiging tegen finale kwijting over en weer van alle rechten en verplichtingen die tussen Essent enerzijds en ieder der Gemeenten voortvloeien uit:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 131