van B en W of gemeente staat, kan in de meeste gevallen ook lokaal management van CWI
en UWV gelezen worden.
Artikel 2
De Cliëntenraad heeft een adviserende taak met betrekking tot het arbeidsmarktbeleid
(participatiebeleid en WSW-beleid), het inkomensbeleid en het armoedebeleid De belanqen
van SW-geïndiceerden, nuggers en Anw-ers worden nadrukkelijk meegewogen. De
Cliëntenraad is niet bevoegd adviezen uit te brengen met betrekking tot de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Deze taak is opgedragen aan WMO-
klankbordgroep.
De cliëntenparticipatie bestaat uit een Cliëntenraad, die zich laat ondersteunen dooreen
Cliëntenpanel. Het digitale Cliëntenpanel is een aanvulling op de Cliëntenraad. Dit
Cliëntenpanel bestaat uit cliënten die vrijwillig tenminste 2 maal per jaar digitaal worden
benaderd met vragen van de Cliëntenraad op bovengenoemde terreinen. Ook de gemeente
het CWI en UWV kunnen het Cliëntenpanel benaderen. Zij stellen de Cliëntenraad vooraf in'
kennis van de te stellen vragen en achteraf van de verkregen antwoorden.
Artikel 3
Artikel 3 regelt de samenstelling en benoeming van de leden van de Cliëntenraad Het
college neemt hierbij vooraf vastgestelde kwaliteitseisen in acht. Via een openbare wervinq
worden leden geworven. Hiervoor wordt een advertentie geplaatst in het Stadsblad, waarin
een profielschets wordt gegeven. Leden en belangenorganisaties moeten aantonen
contacten met de doelgroep te onderhouden, over deskundigheid te beschikken en de
belangen van de doelgroep te kunnen vertegenwoordigen.
De Cliëntenraad wordt bij voorkeur gevormd uit cliënten van de gemeente (inclusief SW-
geindiceerden), het CWI en UWV, die individueel of door met name genoemde organisaties
kunnen worden voorgedragen. Sociale Zaken onderzoekt of een cliënt via een
participatieplaats kan deelnemen aan de Cliëntenraad. Door het primaat bij de benoeminq
van geschikte cliënten te leggen kan worden bereikt dat hun belangen rechtstreekser worden
behartigd. Het zet de belangenorganisaties tevens aan om actief en gericht contacten te
onderhouden met de doelgroep die zij vertegenwoordigen. Namens het CWI en UWV nemen
twee vertegenwoordigers van de cliëntenraden CWI/UWV deel.
Het college van B en W benoemt de leden en de plaatsvervangend leden. Het college
beoordeelt daarbij de voordrachten vanuit de organisaties. Dit vanuit de gedachte dat de
organisaties bij voorkeur een geschikte cliënt als lid dienen voor te dragen. Het colleqe van B
en W wijst belangenorganisaties aan na de selectieprocedure.
De organisaties dienen in hun voordracht, bij een andere voordracht dan een cliënt van De
Brug, aan te geven welke inspanningen zij hebben verricht om wél een cliënt te kunnen
aanleveren. Mocht het ondanks deze inspanningsverplichting, met vermelding van redenen,
een organisatie niet lukken een cliënt als (plaatsvervangend) lid voor te dragen, dan is een
voordracht van een niet-cliënt of vertegenwoordiger van die organisatie toegestaan.
Artikel 4
In dit artikel is aangegeven dat de voorzitter onafhankelijk dient te zijn. Dit wordt
gewaarborgd door het feit dat hij:
géén cliënt van De Brug mag zijn:
- niet mag worden benoemd vanuit de leden van de Cliëntenraad;
- geen relatie mag hebben met de organisaties die leden voor de Cliëntenraad moqen
voordragen;
- geselecteerd wordt op basis van een openbare vacature in een plaatselijk dagblad;
6