4 Bij verschil van inzicht tussen het college en de werkgever over de juistheid van de vastgestelde loonwaarde, kan een onafhankelijk loonwaardeonderzoek plaatsvinden. De werkgever en het college delen in dat geval de kosten. 5. Het College beëindigt de verstrekking van subsidies en vergoedingen op grond van deze verordening indien de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en de SW-geïndiceerde die de PGB-aanvraag heeft ingediend, wordt beëindigd dan wel de begeleiding op de werkplek niet meer adequaat wordt verzorgd. 6. Het vorige lid kan ook worden toegepast indien niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 3 van deze verordening. 7 Onverminderd het bepaalde ih de artikelen 5 en 10 van deze verordening vindt minimaal iedere vijfjaar een leonwaardebepaling plaats door het College in geval er sprake is van een dienstverband voor onbepaalde tijd. Artikel 5 Herziening van de periodieke subsidie 1 Op verzoek van de werkgever kan het College de periodieke subsidie herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is 2. Het College kan de periodieke subsidie ambtshalve wijzigen als hier gerede aanleiding toe is. Artikel 6 De hoogte van de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie 1 Het aantal uren aan begeleiding dat door het college wordt vergoed, wordt door de SW- geindiceerde, de begeleidingsorganisatie en de werkgever in onderling overleg vastgesteld en bedraagt in de eerste 12 maanden maximaal 15%, het tweedejaar maximaal 7,5% en het derde en de daaropvolgende jaren maximaal 6% van het aantal door de SW-geïndiceerde voor de werkgever daadwerkelijk gewerkte uren (exclusief overwerk). De vergoeding kan door het college jaarlijks op een maximaal bedrag per PGB worden vastgesteld 2. Tussentijdse aanpassingen van het aantal uren begeleiding zijn mogelijk indien de SW- geindiceerde, de begeleidingsorganisatie en de werkgever dit vooraf overeenkomen en daartoe toestemming wordt verleend door het college en met inachtneming van hetgeen vermeld in iid 1. Artikel 7 1. 2. 3. Subsidie voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht Het college kan een subsidie verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht als uit een rapportage van een arbodeskundige, opgesteld in opdracht van de werkgever, blijkt dat aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn op grond van de beperkingen van de SW-geïndiceerde, deze persoonsgerelateerd zijn en het niet redelijk is dat de kosten door de werkgever worden gedragen. Kosten voor aanschaf van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken komen niet in aanmerking voor vergoeding door het college Een subsidie wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een dienstverband van minimaal 12 maanden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 49