Algemene toelichting
Op 1 januari 2008 is de herziene Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking getreden. Deze
wet bevordert dat SW-geïndiceerden meer in een reguliere werkomgeving gaan werken. Om deze
doelstelling te verwezenlijken zijn in de herziene wet enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd.
Zo zijn regie en sturing op de Wsw nadrukkelijker in handen gelegd van gemeenten. Gemeenten
worden hiermee gestimuleerd een visie te ontwikkelen op welke wijze zij het doel van de wet, het
realiseren van aangepaste arbeid die aansluit bij de capaciteiten en mogelijkheden van de SW-
geindiceerde, het beste kunnen verwezenlijken.
Een tweede verandering heeft betrekking op het geven van meer rechten en keuzemogelijkheden
aan SW-geïndiceerden, waaronder het recht op een persoonsgebonden budget (PGB) voor
begeleid werken.
Twee vormen van begeleid werken
Sinds 1998 kent de Wsw de mogelijkheid van begeleid werken door SW-geïndiceerden bij een
reguliere werkgever. Het begeleid werken was onder de oude wet geregeld in het Besluit
uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken. Bij deze vorm van begeleid werken ligt het
initiatief om begeleid werkenplekken tot stand te brengen bij BSW Bedrijven. Het instrument
begeleid werken blijft ook onder de nieuwe wet bestaan (artikel 7, eerste lid).
Naast het begeleid werken dat door BSW Bedrijven tot stand wordt gebracht introduceert de
nieuwe Wsw het begeleid werken via het persoonsgebonden budget (PGB). Dit vanuit de
gedachte dat de WSW als vrijwillige voorziening voor een specifieke groep arbeidsgehandicapten
zo goed mogelijk moet aansluiten bij de capaciteiten en mogelijkheden van een SW-geindiceerde.
Daarbij past ook dat SW-geindiceerden de mogelijkheid moeten hebben om zelf te bepalen op
welke manier hun arbeidsplaats wordt gerealiseerd. Door de SW-geindiceerde een recht op een
PGB te geven wordt hierin voorzien. Tussen beide vormen van begeleid werken bestaat een
aantal verschillen. Zo is begeleid werken met een PGB als een recht voor elke SW-geïndiceerde
geformuleerd. Elke SW-geïndiceerde heeft recht op begeleid werken met een PGB als de
aanvraag aan de wettelijke eisen en gemeentelijke voorwaarden voldoet. Bovendien ligt bij
begeleid werken met een PGB het initiatief bij de SW-geïndiceerde zelf.
De SW-geïndiceerde, of iemand namens hem, zal een PGB bij de gemeente moeten aanvragen
en om dit te kunnen doen zal hij zelf een werkgever en een begeleidingsorganisatie moeten
aandragen en de werkaanpassing moeten regelen, dan wel daar een voorstel voor doen.
Als een SW-geïndiceerde (of een door hem ingeschakelde begeleidingsorganisatie) een
werkgever vindt die hem een adequate werkplek aanbiedt, de begeleiding op de werkplek
adequaat wordt geregeld én de kosten van begeleid werken binnen het beschikbare budget
vallen, dan is de gemeente (na de aanvraag te hebben beoordeeld) verplicht de wens van deze
SW-geindiceerde te honoreren. Iedere SW-geïndiceerde komt in beginsel in aanmerking voor
begeleid werken met een PGB. Hij of zij hoeft daarvoor niet een positief advies begeleid werken te
hebben gekregen van het CWI. Wél is het hebben van een SW-indicatie een vereiste en kan