iemand die op de wachtlijst staat pas een beroep doen op het PGB als hij of zij aan de beurt is voor een WSW-plek. Ook een SW-werknemer met een bestaand dienstverband kan een beroep doen op een PGB. Het verschil tussen begeleid werken dat door BSW Bedrijven wordt georganiseerd en begeleid werken met een PGB is uitsluitend gelegen in de procedurele wijze waarop een begeleid werkenplek tot stand wordt gebracht. Als de begeleid werkenplek eenmaal is gerealiseerd zijn er in beginsel geen verschillen. Dit betekent dat gemeenten bij het stellen van regels voor het begeleid werken met een PGB in beginsel zoveel mogelijk kunnen aansluiten bij de wijze waarop in het algemeen het begeleid werken op dit moment is georganiseerd. Dit geldt met name voor de eisen die aan werkgevers en aan begeleidingsorganisaties worden gesteld. De regeling van begeleid werken met een PGB Het begeleid werken met een PGB wordt geregeld in artikel 7, tweede tot en met vierde lid van de wet. Artikel 7, tweede lid, Wsw regelt de voorwaarden om voor een PGB voor begeleid werken in aanmerking te komen. De gemeente kan een verzoek van een SW-geïndiceerde om voor een PGB in aanmerking te komen niet weigeren, als: 1. De betrokkene al een Wsw-dienstbetrekking heeft of recht heeft op plaatsing. 2. De door de SW-geïndiceerde of door hem aangedragen begeleidingsorganisatie voorgestelde werkplek en begeleiding op de werkplek adequaat zijn. 3. De door de gemeente aan de werkgever te verstrekken periodieke subsidie en de aan begeleidingsorganisatie te verstrekken vergoeding, na aftrek van de door de gemeente te maken uitvoeringskosten, niet hoger zijn dan het budget dat beschikbaar is voor een Wsw- plaats. 4. De aanvraag, de werkgever en de begeleidingsorganisatie voldoen aan de bij verordening, dan wel de op grond van de verordening nader gestelde vereisten. Het PGB bestaat uit drie bestanddelen: 1Een periodieke subsidie die wordt verstrekt aan de werkgever waar de SW-geïndiceerde in dienst is. Deze subsidie is primair bedoeld als een tegemoetkoming in de loonkosten in verband met geringere arbeidsproductiviteit. 2. Een periodieke vergoeding aan de begeleidingsorganisatie die de begeleiding van de SW- geïndiceerde verzorgt. 3. Een subsidie voor de eenmalige op grond van de beperkingen van de geïndiceerde noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht (artikel 7, derde lid, Wsw). Hieronder worden bijvoorbeeld kosten verstaan die gemaakt worden voor technische aanpassingen in de werkplek. De gemeente kan deze vergoeding verstrekken, ze is daartoe niet verplicht. Het PGB is dus geen rugzakje: de SW-geïndiceerde krijgt geen budget mee. In feite moet het PGB als hier bedoeld ook eerder worden gezien als een persoonsvolgend budget. Het PGB wordt aangevraagd door de SW-geïndiceerde in samenwerking met de werkgever en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 53