begeleidingsorganisatie, maar de subsidie en vergoeding worden verstrekt aan de werkgever respectievelijk de begeleidingsorganisatie. De SW-geïndiceerde heeft geen recht op een bepaald budget. Het uitgangspunt van de wet is dat een SW-geïndiceerde recht heeft op begeleid werken met een PGB. De gemeente heeft de bevoegdheid te toetsen of het bedrag van de aangevraagde periodieke subsidie en de periodieke vergoeding nodig is om de betreffende SW-geïndiceerde op een adequate wijze begeleid te laten werken of dat kan worden volstaan met een lager bedrag. De onderwerpen in de verordening In artikel 7, tiende lid, Wsw staan de onderwerpen genoemd die in ieder geval in de verordening moeten worden geregeld: 1de wijze waarop de hoogte van de periodieke subsidie aan de werkgever dient te worden vastgesteld; 2. de hoogte van de voor het Dagelijks Bestuur rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden kosten omgerekend op jaarbasis; 3. de voorwaarden waaronder het Dagelijks Bestuur aan de werkgever een vergoeding verstrekt voor de eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht, en 4. de voorwaarden waaronder het Dagelijks Bestuur een begeleidingsorganisatie inschakelt die door de SW-geïndiceerde zeifis aangewezen. Subsidies en vergoedingen De Wsw maakt een onderscheid tussen subsidies en vergoedingen. De periodieke betalingen aan een werkgever worden als een subsidie aangemerkt en de periodieke betalingen aan de begeleidingsorganisatie als een vergoeding. Om vast te stellen of een bepaalde geldverstrekking een subsidie is (die op basis van een beschikking wordt verstrekt) of een commerciële transactie (waarvoor een overeenkomst wordt gesloten) doet de naamgeving van de geldverstrekking niet ter zake. Als tegenover de betaling een reële economische tegenprestatie staat (in de vorm van een concrete dienst of concreet product), is er sprake van een commerciële transactie. Staat tegenover de betaling geen duidelijke economische tegenprestatie, dan is er sprake van een subsidie. Dit betekent dat de periodieke subsidie aan de werkgever en de vergoeding voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht, moeten worden aangemerkt als een subsidie. Tegenover deze betalingen staan geen economische tegenprestaties van de werkgevers. De periodieke vergoeding aan een begeleidingsorganisatie moet worden opgevat als een commerciële transactie. De gemeente koopt namens het Werkvoorzieningschap een dienst in bij de begeleidingsorganisatie en betaalt daarvoor in principe de marktprijs. Het verstrekken van subsidies is een publiekrechtelijke rechtshandeling: het vindt plaats op basis van een beschikking. De bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn in beginsel van toepassing op de subsidies die in het kader van het PGB worden verstrekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 54