4. Indien er een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend betreffende een bouw-,
aanleg-, sloop-, en/of monumentenvergunning c.q. een ruimtelijke ordeningsprocedure, mag van
de kapvergunning geen gebruik worden gemaakt, zolang er niet afwijzend op het verzoek om
een voorlopige voorziening is beslist.
5. Een kapvergunning kan worden geweigerd nadat een bouw- of aanleg- of sloopvergunning is
verleend, indien de rechthebbende aanvrager van een kapvergunning niet, of niet tijdig, of niet
volledig de aanwezigheid heeft gemeld van een beeldbepalende of anderszins waardevolle
houtopstand aan burgemeester en wethouders.
Toelichting artikel 15
Artikel 15 verhouding tussen kapvergunning en bouw-, aanleg, sloop-, en/of
monumentenvergunningen en de verhouding tussen kapvergunning en
een ruimtelijke ordeningsprocedure
3e lid:
In sommige gevallen wordt de kapvergunning al verleend voordat de bouw-, aanleg-, sloop-,
en/of monumentenvergunning verleend is of de ruimtelijke ordeningsprocedure doorlopen is.
Het geval zou zich kunnen voordoen dat deze bouw-, aanleg, sloop-, en/of
monumentenvergunning op een later tijdstip alsnog niet wordt verleend of de ruimtelijke
ordeningsprocedure niet doorlopen wordt en de kap dan al heeft plaatsgevonden. Zolang er nog
geen zekerheid bestaat omtrent het afgeven van een bouw-, aanleg-, sloop-, en/of
monumentenvergunning of het doorlopen van een ruimtelijke ordeningsprocedure mag van de
kapvergunning nog geen gebruik worden gemaakt, omdat er geen noodzaak is tot het kappen
van bomen als later de bouw-, aanleg-, sloop- en/of monumentenvergunning alsnog niet
doorgaat of de ruimtelijke ordeningsprocedure niet doorlopen wordt.
NB: de afweging tot het wel of niet verlenen van een kapvergunning vindt meestal al van
tevoren plaats in het kader van planologische procedures, zoals bijvoorbeeld bij het opstellen
van bestemmingsplannen. In het kader van b.v. het bouwrijp maken kan de kapvergunning dan
na deze planologische afweging verleend worden conform artikel 2 van deze verordening. Bij
het bouwrijp maken van grond, waarbij geen sprake is van een bouw-, aanleg-, of
sloopvergunning of projectbesluit of ontheffing van het bestemmingsplan wordt de
kapvergunning eveneens afgegeven conform artikel 2 van deze verordening.
Artikel VI
Artikel 23 overgangsbepalingen komt te vervallen.
Artikel VII
Artikel 24 wordt vervangen: Het nieuwe artikel 24 luidt als volgt:
Artikel 24 slotbepaling
1. Deze verordening kan worden aangehaald als Bomenverordening Breda 2001.
2. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
4