sprake is van een ruimtelijke ordeningsprocedure, waarvoor tevens een kapvergunning
noodzakelijk is, mag van de kapvergunning pas gebruik worden gemaakt als de bouw-, aanleg-,
sloop-, en/of monumentenvergunning c.q. de ruimtelijke ordeningsprocedure doorlopen is en er
daadwerkelijk met de werkzaamheden kan worden begonnen.
4. Indien er een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend betreffende een bouw-,
aanleg-, sloop-, en/of monumentenvergunning c.q. een ruimtelijke ordeningsprocedure, mag van
de kapvergunning geen gebruik worden gemaakt, zolang er niet afwijzend op het verzoek om een
voorlopige voorziening is beslist.
5. Een kapvergunning kan worden geweigerd nadat een bouw- of aanleg- of sloopvergunning is
verleend, indien de rechthebbende aanvrager van een kapvergunning niet, of niet tijdig, of niet volledig
de aanwezigheid heeft gemeld van een beeldbepalende of anderszins waardevolle houtopstand aan
burgemeester en wethouders.
TOELICHTING NIEUW
3" lid:
Onder de ruimtelijke ordeningsprocedures worden in verband met overgangsrecht zowel de
procedures op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) als procedures op basis
van de huidige Wet ruimtelijke ordening bedoeld.
In sommige gevallen wordt de kapvergunning ai verleend voordat de bouw-, aanleg-, sloop-, en/of
monumentenvergunning verleend is of de ruimtelijke ordeningsprocedure doorlopen is. Het geval
zou zich kunnen voordoen dat deze bouw-, aanleg, sloop-, en/of monumentenvergunning op een later
tijdstip alsnog niet wordt verleend of de ruimtelijke ordeningsprocedure niet doorlopen wordt en
de kap dan al heeft plaatsgevonden. Zolang er nog geen zekerheid bestaat omtrent het afgeven van
een bouw-, aanleg-, sloop-, en/of monumentenvergunning of het doorlopen van een ruimtelijke
ordeningsprocedure mag van de kapvergunning nog geen gebruik worden gemaakt, omdat er geen
noodzaak is tot het kappen van bomen als later de bouw-, aanleg-, sloop- en/of
monumentenvergunning alsnog niet doorgaat of de ruimtelijke ordeningsprocedure niet doorlopen
wordt.
NB: de afweging tot het wel of niet verlenen van een kapvergunning vindt meestal al van tevoren
plaats in het kader van planologische procedures, zoals bijvoorbeeld bij het opstellen van
bestemmingsplannen. In het kader van b.v. het bouwrijp maken kan de kapvergunning dan na deze
planologische afweging verleend worden conform artikel 2 van deze verordening. Bij het bouwrijp
maken van grond, waarbij geen sprake is van een bouw-, aanleg-, of sloopvergunning wordt de
kapvergunning eveneens afgegeven conform artikel 2 van deze verordening.
REDEN ACTUALISATIE:
De nieuwe Wro die op 1 juli 2008 in werking is getreden kent nieuwe instrumenten waar de
huidige verordening nog niet op geënt is. In verband met overgangsrecht kunnen de
instrumenten van de Wet op de Ruimtelijke Ordening nu tijdelijk nog wel van toepassing zijn.
Daarom zijn de ruimtelijke ordeningsprocedures van beide wetten opgenomen. Daarnaast
geniet het gelet op de praktijk de voorkeur om ook de sloopvergunning specifiek te noemen bij
de koppeling met andere procedures.
G. artikel 23 overgangsbepalingen komt te vervallen.
OUD
Artikel 23 overgangsbepalingen
1. De kapvergunningsaanvragen, die zijn ingediend voorde in artikel 24 genoemde datum van
inwerkingtreding, vallen onder de Bomenverordening Breda 1994.
2. De kapvergunningsaanvragen, die zijn ingediend voor de in artikel 24 genoemde datum van
inwerkingtreding maar die op grond van deze verordening buiten de werking van het kapverbod
als bedoeld in artikel 2, 1e lid onder b vallen, worden bij schriftelijk besluit buiten verdere
behandeling gesteld.
3. Vergunningen die verleend zijn op grond van de Bomenverordening Breda 1994 blijven van
kracht voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
NIEUW
Vervallen.
7