w 3 visie op toezicht en handhaving in de openbare ruimte D.d. 26 september 2008 Uitgangspunt 2. De overheid is verantwoordelijk voor het opstellen en de kwaliteit van regels De naleving ervan is echter een eigen verantwoordelijkheid van de samenleving. Via toezicht en neemt"°Verhe'd er8an biJdra9en dat da samenleving haar verantwoordelijkheid De samenlevingvoelt zich soms belemmerd in haar handelen door toezicht en handhaving Er is niet DaarnaasTh^LÏ «°h 'T^ b'J 660 b6paald feit terwijl bij andere zaken niet wordt ingegrepen va^k tegengestetóe belangen" n'e,; PerS°nen' bedr'iven en Er zijn landelijk twee ontwikkelingen waar te nemen als het gaat om de houding van de samenlevinc tegenover de overheid. Aan de ene kant wordt steeds meer interventie en bemoeienis van de en^iest mpnVraagd SOmS °°k 9eë'St)' Aan de andere kant wordt de samenleving steeds mondiger en kiest men voor eigen verantwoordelijkheid. Deze twee ontwikkelingen leiden op het eerste qezicht tot een spanningsveld, maar zullen elkaar in de praktijk juist versterken. Door het begelefden en faciliteren van partijen in de samenleving wordt niet alleen invulling gegeven aan ieders verantwoordelijkheid, maar zal ook meer capaciteit vrijkomen die kan worden ingezet voor taakvelden waar toezicht en handhaving wenselijk of noodzakelijk worden geacht. Uitgangspunt 3- oor het facihteren van de samenleving bij diens verantwoordelijkheid op het naleven van de regels kan toezichts- en handhavingscapaciteit van de overheid op andere terreinen worden ingezet of op een andere wijze worden vormgegeven. Belangrijk is dat er begrip is voor het toezicht en de handhaving en dat de samenleving de logica en legitimatie inziet en gestimuleerd wordt om zelf het gewenste resultaat te bereiken. Het doel van oezicht en handhaving (en daarmee van de onderliggende regels) moet dus duidelijk zijn. Uitgangspunt 4: Begrip van de samenleving voorde doelen die gediend worden door regels is essentieel voor de acceptatie daarvan. 4. Samenwerking gemeente met politie, openbaar ministerie en andere overheden In de openbare ruimte zijn vele overheden actief op het gebied van toezicht en handhaving Te denken valt aan gemeente, politie en openbaar ministerie, maar ook aan waterschap provincie regionale brandweer, GHOR, belastingdienst en rijksinspecties. Dit hoofdstuk gaat over deze mi=rk'nge,nbe9in: T6t de samenwerkin9 van de gemeente met de politie en het openbaar ministerie en eindigt met de samenwerking met andere overheden. Als het gaat over samenwerking van de gemeenten met andere partijen op het gebied van toezicht en en het oTenbaar'mTntsterie6 a'9emeen in inStantie gedacht aan de P°litie worïn hpSïï tUSS6n ÏT 3 PartiJen iP d6 regi° Breda is 9°ed' maar er kan n°9 veel winst ^d a bedaald d°or een betere en intensievere samenwerking. Alle partijen zijn bereid om de samenwerking te handhaven en waar mogelijk te verbeteren en te intensiveren. Toezicht en „a"d aVlng 'n da °Penbare ru'mte z'jn een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarbij partijen elkaar vertrouwen en elkaar waar nodig aanspreken op eikaars verantwoordelijkheid. Uitgangspunt 5 Gemeente Breda, politie Breda en Openbaar ministerie Breda hebben de bereidheid om gezamenlijk te werken aan (verbetering van) toezicht en handhaving in de openbare en eerste grove indeling van taken tussen politie en gemeente leidt tot het volgende beeld: e politie is belast met opsporing, handhaving van de openbare orde, professionele hulpverleninq noodhuip en met bestrijding van (georganiseerde) criminaliteit. De gemeente is belast met bestuursrechtelijke handhaving, met toezicht en handhaving van haar eigen regelgeving en met I Ui 1111L Cf

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 31