7 Visie op toezicht en handhaving in de openbare ruimte D.d. 26 september 2008 Ad a: Niet in he geding is dat de openbare orde en veiligheid tot de belangrijkste taken van de overheid behoren. In de meeste gevallen is de burgemeester verantwoordelijk, waarbij de politie het e angrijkste uitvoerend orgaan is. Toezicht en handhaving kan hier zowel strafrechtelijk SoUnrSr0Chhtelljk °f 'n ee" combinatie van beiden plaatsvinden. Hier moet bijvoorbeeld gedacht worden aan horeca-aangelegenheden, exploitatievergunningen, prostitutiebeleid, vrijplaatsenbeleid Ad b: Als het gaat om fysieke veiligheid is er eveneens een taak voor de gemeente, al gaat het hier meer om preventieve maatregelen dan om maatregelen achteraf door toezichthouders of opsporingsambtenaren.Te denken valt aan het aanbrengen van fysieke elementen in de openbare Smf h'f VOlhd°fnde V!rliChtin9' h6t bijh0Uden Van bossa9e. het vervangen van kapot straatmeubilair, het verwijderen van graffiti, het herstellen van gaten in de weq en aan verkeei-sremmencie maatregelen. Deze fysieke maatregelen zullen het naleefgedrag van de reqels nïïri S t TT,ng bevorderen' waardoor toezicht en handhaving achteraf minder of niet nodig zijn Daarnaast kan de gemeente in de privaatrechtelijke sfeer als eigenaar van openbaar terrein ook maatregelen nemen (b.v. tegen de ingebruikname van gemeentegrond). Voor regulier onderhoud is binnen de directies geld begroot. Voor alle andere extra taken en terreinen geldt dat hier zonder extra geld niet snel toezicht en handhaving op kan worden gehouden. Uitgangspunt 8: Jaarlijks worden taken en maatregelen vastgesteld in bijvoorbeeld het handhavingsprogramma en de begroting, waarbij tevens ruimte wordt gereserveerd om flexibel met actuele gebeurtenissen om te gaan. Indien bestuurlijk wordt besloten tot extra taken of maatregelen zullen (bij bijvoorbeeld de Kadernota) extra middelen ter beschikking worden gesteld of moet worden aangegeven dat bepaalde taken geen of minder toezicht of handhaving nodig hebben. Ad c: Als het gaat om sociale veiligheid (of veiligheidsgevoelis er niet alleen een rol van de gemeente of de mTv3nHpmaar V°°r- de samenlevm9' °P de ro1 van de samenleving en de wisselwerking met de rol van de gemeente is in een eerder hoofdstuk ingegaan. De hiervoor genoemde driedeling is achteraf gezien te beperkt geweest; er zijn meer taakvelden waarop de gemeente toezicht op wil uitoefenen en eventueel wil handhaven. Deze taakvelden kunnen worden omvat door de term "leefbaarheid". Diverse overtredingen van de Wet milieubeheer en de Woningwet hebben een dusdanige ruimtelijke itstraling en leiden soms tot dusdanige veiligheidsrisico's dat deze altijd prioriteit hebben. Eerdens door het gemeentebestuur (impliciet) hondenpoep en parkeerregulering in de binnenstad tot pnoriteit bestempeld, wat heeft geleid tot het aanstellen van buitengewoon opsporingsaïnaren op deze gebieden. Daarnaast wordt er soms ook incidenteel geld ter beschikking gesteld Op het moment van schrijven is er bijvoorbeeld extra toezicht en handhaving voor het programma Via Breda. Uitgangspunt 9 Bij het maken van keuzes voor toezicht en handhaving in de openbare ruimte zal Breda zich in eerste instantie richten op taken op het gebied van openbare orde en veiligheid op het gebied van fysieke veiligheid, op het gebied van sociale veiligheid (of veiligheidsgevoel) en op het gebied van leefbaarheid. Worden er door de gemeente taken niet meer opgepakt? °p ,df voor9aande vraag moet zowel bevestigend als ontkennend worden beantwoord De belangrijkste taken zullen door gemeente worden voortgezet, maar mogelijk zullen er verantwoórSkhefdtSVinden W33rVan °°k de samenleving zelf een rol heeft en een eigen Overigens worden ook nu keuzes gemaakt om sommige taken wel en sommige niet op te pakken Deze (soms impliciete) keuzes kunnen per tijdvak (door de opening van de Haven moest er bijvoorbeeldineens worden gehandhaafd bij de taxistandplaatsen), per raadsperiode en oer politiedistrict verschillen. In zoverre zal de situatie niet veranderen met die in het verleden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 35