$H? Gemeente Breda
Registratienr: 33463]
Raadsvoorstel Dienst/afdeling: VSO/JP
Beoordeling.
In de nabijheid van het plangebied zijn thans geen glastuinbouwbedrijven gevestigd. Het merendeel
van de omringende bebouwing bestaat uit burgerwoningen .Verder is op korte afstand van het
plangebied een tuincentrum aanwezig. Het onderhavige plan zal dan ook geen extra belemmeringen
geven aan de bestaande of nog te vestigen glastuinbouw in deze omgeving. Bovendien wordt met
het geprojecteeerde bouwvlak voldoende ruimte gecreëerd om te kunnen voldoen aan de minimale
afstandseisen voor glastuinbouw in het kader van de Wet milieubeheer. Aan de achterzijde van dit
bouwvlak ontstaat/blijft dan ook ruimte voor uitbreiding of nieuwvestiging van glastuinbouw.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
2. Vereniging Landschapsbehoud in Prinsenbeek.
Inhoud zienswijze.-
1. Over het plan zijn geen onafhankelijke instanties in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen
als bedoeld in artikel 1.3.1onder 2c van het Besluit ruimtelijke ordening.
2. Er zijn volgens reclamanten geen dwingende redenen aanwezig om het plan nu al te herzien en
waarom niet gewacht zou kunnen worden tot een eerstvolgende algehele herziening van het plan
aan de orde is. Reclamanten stellen vernomen te hebben dat reeds in 2008 een voorontwerp van
een nieuw plan voor het buitengebied van Prinsenbeek ter inzage gelegd zal worden en zij menen
dan ook dat het plan daarom al moet worden ingetrokken.
3. Volgens reclamanten wordt de beleidsvrijheid van de raad om bestemmingsplannen vast te stellen
beperkt door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur i.e. het vertrouwensbeginsel. De burger
moet kunnen vertrouwen op de duurzaamheid van besluiten.
4. Geven aan bezwaar te zullen maken tegen deelbeslutien van de raad om medewerking te
verlenen aan het plan mede vanwege het feit dat de locatie is gelegen in het uitwerkingsplan
stedelijke regio Breda-Tilburg en de locatie hierin is opgenomen binnen de gebieden 'voor
transformatie afweegbaar' en 'strategische gebiedsontwikkeling'.
5. Volgens de plankaart zouden op een perceel twee verschillende bestemmingen 'agrarisch' rusten.
Dat staat op gespannen voet met het rechtszekerheidsbeginsel.
6. Het plan bevat structurele wijzigingen die geen verband houden met de enige motivering van het
plan zijnde een beoogde verminderde geluidsoverlast voor een woonhuis. Er ontstaan volgens
reclamanten nieuwe toetsingskaders. Dit vereist een volledige afweging.
7. In het bestemmingsplan zijn verder door reclamanten vragen gesteld bij een aantal zaken uit de
toelichting. Zij vragen zich af of een paar decibel verschil bijzondere omstandigheden zijn. Een
verbouwing kan de binnenwaarde effectief verminderen zonder kapitaalvernietiging. Het bijgebouw
mag slechts 75 m2 groot zijn. Als later alsnog een glastuinbouwbedrijf wordt gevestigd zal de
verkeerssituatie verslechteren. Ook bij de sloop van bijgebouwen zal naar vleermuizen moeten
worden gekeken. Toevoeging van het begrip extensief recreatief medegebruik is een ernstige
beleidswijziging welke volledig moet worden afgewogen.
Beoordeling.
1. Het betreft hier naar onze menen artikel 3.1.1. van het Bro waar reclamanten op doelen en en niet
1.3.1 als door reclamanten is aangegeven. Het plan is in het kader van 3.1.1 Bro wel voorgelegd aan
de provincie Noord-Brabant en het Waterschap Brabantse Delta. Het Waterschap heeft gereageerd
en hun reactie is toegevoegd als bijlage aan het bestemmingsplan. Zij hebben aangegeven op het
plan geen aanmerkingen te hebben. De provincie heeft niet tijdig kunnen reageren maar heeft zijn
reactie vervat in een schriftelijke zienswijze. Aangezien het onderhavige plan zich slechts beperkt tot
een gedeelte van een perceel en hierbij verder geen belangen van andere instanties zijn betrokken is
het plan niet ook nog aan andere instanties toegezonden. Hoofdstuk 8 van de toelichting is hierop
aangepast.
-2-