Gemeente Breda
Registratienr: 33396]
Raadsbesluit Dienst/afdeling: BEL
2. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de
gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die
in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 5 Belastingtarieven
1Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf.
Het percentage bedraagt:
a. voor de gebruikersbelasting 0,1094%;
b. bij de eigenarenbelasting
1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,0783%;
2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1368%.
2. Indien de heffingsmaatstaf beneden 12.000,00 blijft, wordt geen belasting geheven.
Artikel 6 Wijze van heffing
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald
in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de
maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van alle op één
aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke heffingen meer bedraagt dan 2.500,00, dat dit
bedrag moet worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische
incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke heffingen
100,00 of meer doch niet meer dan 2.500,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in
10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de
maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens
een maand later.
4. De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend
indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening
van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn
gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid;
5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de
invordering van de onroerende-zaakbelastingen.