Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 33520] Dienst/afdeling: VSO/JP Agendapuntnummer: 1o Aantal bijlagen: Betreft: Behandeling zienswijzen artikel 19, lid 1 WRO voor de bouw van 2 woontorens met zorgappartementen en zorgvoorzieningen aan de Zorgvlietstraat te Breda (voormalige locatie Rüttchen). Inleiding Op 11 juli 2007 heeft Heijmans Vastgoed b.v. een verzoek ingediend voor het bouwen van een parkeergarage met 2 woontorens met appartementen en zorgvoorzieningen aan de Loevesteinstraat/ Zwijnbergenstraat ter plaatse van het voormalig garagebedrijf Rüttchen. Het verzoek voldoet niet aan de bebouwingsregeling van de vigerende bestemmingsplannen "Breda Zuid-Oost" en "Breda Zuid-Oost, partiële herziening 1995/1 hoek Zwijnsbergenstraat-Loevesteinstraat". In de vigerende bestemmingsplannen is de functie wonen niet is toegelaten en de toegelaten bouwhoogte van 12 meter wordt overschreden. Vanwege de afwijking van de bestemmingsplannen kan medewerking aan het verzoek alleen worden verleend middels het voeren van een procedure van artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Het verzoek heeft ter inzage gelegen van 29 mei 2008 tot en met 9 juli 2008 en gedurende deze periode zijn 7 schriftelijke zienswijzen ingekomen. Voorgeschiedenis In 2003 presenteerden drie samenwerkende marktpartijen een ontwikkelingsvisie voor de gehele intensiveringszone langs de Loevesteinstraat. Het ging hierbij om een vijftal locaties, n.l. het opwaarderen van twee bestaande woongebouwen en het herontwikkelen van drie bebouwde locaties (garagebedrijven en kantoor). De samenwerkende marktpartijen presenteerden daarbij een plan waarbij een aantal woongebouwen zou worden toegevoegd met een bouwhoogte van ca. 75 meter. Als reactie op deze planpresentatie gaf de gemeente aan een integrale aanpak voor te staan en daarbij nadrukkelijk de regierol te willen vervullen; n.l. het opstellen van de integrale gemeentelijke randvoorwaarden en vervolgens de toetsende rol in te vullen. In dit kader werd in 2004 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de gezamenlijke marktpartijen. Afgesproken werd om in samenspraak en in samenwerking met elkaar de haalbaarheidsmogelijkheden te onderzoeken. De gepresenteerde ontwikkelingsvisie was daarmede van tafel. Door middel van een aantal workshop bijeenkomsten werden enkele stedenbouwkundige verkenningen uitgevoerd. Het belangrijkste verschilpunt bleek de maximale bouwhoogte van de nieuwe woongebouwen. De initiatiefnemers zaten hierbij op een bouwhoogte van ca. 45-50 meter, terwijl de gemeente een maximale hoogte van 35 meter acceptabel vond. Daarbij zouden de twee bestaande woongebouwen worden opgetopt met twee extra woonlagen tot 35 meter. Uiteindelijk vonden partijen (gemeente en initiatiefnemers) eikaar en leidde dit tot het formuleren en vaststellen van de integrale gemeentelijke randvoorwaarden door het College op 27 september 2005. Aan de hand van deze randvoorwaarden werd door initiatiefnemers een Voorlopig Ontwerp ingediend op 5 juli 2006. Geconstateerd werd dat dit ontwerp op een aantal belangrijke kernpunten afweek van de randvoorwaarden. De belangrijkste afwijkingen waren: de situering van de bouwblokken, het niet volledig ondergronds parkeren, het zijdelings uitbreiden van de bestaande woongebouwen, het aanbouwen van de bergingen en de bouwhoogte van de begane grondlaag bij de locatie van de vml. Rüttchengarage. In onderling overleg zijn hierover afspraken gemaakt. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 74