Gemeente Breda
Registratienr: 33520]
Raadsvoorstel Dienst/afdeling: VSO/JP
5. Zienswijze A.C. de Leeuw houdt het volgende in:
5a. Samenvatting
Reclamant geeft aan dat er reeds veel senioren wonen in de wiik en bouwen voor deze doelgroep
verstoort een evenwichtige opbouw.
5a. Commentaar
Wij zijn het hiermee niet eens.
In het Uitwerkingsplan voor de stedelijke regio Breda-Tilburg is aangegeven dat nog circa 34.000
woningen tot 2015 aan de voorraad moeten worden toegevoegd en vervolgens tot 2020 nog eens 10.000
woningen. Voor Breda betekent dit dat tot 2020 nog circa 20.720 woningen aan de woningvoorraad
mogen/moeten worden toegevoegd en dit beleid is verder uitgewerkt in de nota Perspectief Wonen 2000-
2010. Een van de uitgangspunten is dat er aandacht moet zijn voor o.a. huurwoningen in de bereikbare
en middelbare klasse en tevens voor begeleid wonen en voor zorgprojecten. Voor de onderhavige locatie
wordt aan deze voorwaarden voldaan.
5b. Samenvatting
Reclamant constateert dat, in tegenstelling tot hetaeen in de stedenbouwkundige randvoorwaarden voor
de ontwikkeling van de locaties aan de Loevesteinstraat, niet ondergronds maar bovengronds wordt
geparkeerd.
5b. Commentaar
In de stedenbouwkundige randvoorwaarden is inderdaad in principe uitgegaan van ondergronds
parkeren. De hoofdgedachte hierbij is dat de auto's niet het beeld van de buitenruimte domineren. Bij de
uitwerking van de plannen van zowel de Rüttchenlocatie als de beide flats van Laurentius is gebleken dat
volledig ondergronds parkeren in combinatie met de hoge grondwaterstand zeer moeilijk realiseerbaar
zou zijn. Er is toen aan de betrokken ontwikkelaars aangegeven dat de parkeergarage maximaal 1 meter
boven maaiveld gerealiseerd zou mogen worden.
Voor Laurentius was de verplichting om het parkeren op deze wijze vorm te geven alleen van toepassing
op de nieuw toe te voegen parkeerplaatsen. De bestaande parkeerplaatsen op maaiveld aan zowel de
noord - als zuidzijde mochten blijven liggen. Dit zou niet leiden tot de gewenste kwaliteitsverbetering van
het maaiveld rondom de betrokken complexen zoals verwoord in de Visie openbare ruimte
ontwikkelingszone Loevesteinstraat 2005.
Laurentius heef toen een landschapsarchitect ingeschakeld die heeft voorgesteld om al het parkeren -
oud en nieuw - en een gebouwde oplossing als strip aan de noordzijde van de flats te projecteren. Deze
komen op maaiveld en een dek op +1 niveau. Hierdoor is het mogelijk de zuidkant, gericht naar de
woonwijk, volledig in te richten als tuin.
Omdat de Rüttchenlocatie ruimtelijk een eenheid vormt met de Zorgvlietflat is er voor gekozen om de
parkeeroplossing van deze locatie aan te laten sluiten op de Zorgvlietflat. Daarmee is het parkeren in een
gebouwde voorziening, opgenomen in het gebouw, op maaiveld terecht gekomen. Aan de zijde van de
Zorgvlietstraat wordt dit afgedekt met een grondwal om zo het beeld groen te houden en te verzachten.
Dit heeft overigens niet geleidt tot extra bouwhoogte.
5c. Samenvatting
Reclamant stelt dat in de ruimtelijke onderbouwing te lezen is dat, om de geluidsbelasting aan de gevels
van de woningen te reduceren, geen maatregelen mogeliik ziin. Is dan de huidige situatie nog zo gezond
dat uitbreiding met 270 woningen verantwoord is? Hoe hoog is de concentratie fiinstof nu en hoe hoog
wordt dit? Is dit binnen de toegestane norm?