Gemeente Breda Registratienr: 33520] RaadsvoorstelDienst/afdeling: VSO/JP 5c. Commentaar Een akoestische rapportage naar wegverkeerslawaai moet gemaakt worden als binnen de geluidszone van gezoneerde wegen sprake is van (nieuwbouw) van geluidsgevoelige objecten zoals bijvoorbeeld woningen. In de Wet geluidhinder is aangegeven dat alle wegen een geluidszone hebben, behalve woonerven en 30 km/uur-gebieden. Binnen de geluidszone van een weg moet de geluidsbelasting aan de gevel van de, in dit geval, nieuwe bebouwing voldoen aan bepaalde wettelijke normen. In het kader van een ruimtelijke ordeningsprocedure, zoals de onderhavige artikel 19, lid 1 WRO- procedure, moet aannemelijk gemaakt worden dat er in de nieuwbouwwoningen sprake is van een aanvaardbaar geluidsniveau binnenshuis. In de Wet geluidhinder is aangegeven dat aan de buitengevel een voorkeursgrenswaarde geldt van 48dB en een uiterste grenswaarde van 63 dB. Uit het gevoerde onderzoek nu blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wel wordt overschreden, maar niet de uiterste grenswaarde van 63 dB. Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde moet gekeken worden of maatregelen aan de bron (dus aan de weg) genomen kunnen worden om de geluidsproductie te verminderen. Dat is hier niet mogelijk en bijvoorbeeld het plaatsen van geluidsschermen is niet gewenst. Ten einde aan de regelgeving van de Wet geluidhinder te voldoen zal derhalve ontheffing van de normen gevraagd moeten worden, maar zodanig dat de uiterste grenswaarde niet wordt overschreden. Ook voor fijnstof is een luchtkwaliteitonderzoek gehouden d.d. 27 mei 2008. Bij onderzoek wordt gekeken naar de algemene luchtkwaliteit ter plaatse van de nieuwbouw, de luchtkwaliteit in het gebied als gevolg van de te bouwen parkeergarages en de eventuele toename van luchtverontreinigende stoffen. Uit dit onderzoek blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling niet in betekende mate zal bijdragen aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen in de omgeving en dat er op dit gebied geen belemmeringen zijn. 6. Zienswijze van H.T.M.Pals (voor zover deze betrekking heeft op de Rüttchenlocatie) houdt het volgende in: 6a. Samenvatting Reclamant geeft aan te vrezen dat het aantal parkeerplaatsen dat aanwezig is en nog aangelegd zal worden voor de verschillende projecten onvoldoende is om de behoefte aan parkeren op te lossen. Specifiek voorde locatie Rüttchen geeft hij aan dat voorde zorgvoorzieningen en 90 wooneenheden 125 parkeerplaatsen aanwezig zullen zijn. 6a.Commentaar Bij nieuwbouwprojecten moet gekeken worden naar de parkeerbehoefte die dit project met zich meebrengt. Voor de locatie Rüttchen geldt dat voor de 56 zorgwoningen een parkeernorm van 1 wordt gehanteerd, derhalve 56 parkeerplaatsen; voor de 38 appartementen geldt een norm van 1,3 parkeerplaatsen, derhalve circa 50 parkeerplaatsen en voor de zogenaamde zorgsatelliet (van circa 900 m2) geldt als norm 2,5 parkeerplaats per 100 m2 bruto vloeroppervlak, derhalve circa 20 parkeerplaatsen. In totaal moeten er dus circa 126-128 parkeerplaatsen aangelegd worden. In de parkeergarage zullen 111 parkeerplaatsen gerealiseerd worden en daarnaast op maaiveldniveau nog 20, in totaal 131 parkeerplaatsen. Daarmee wordt voldaan aan de norm voor dit nieuwbouwproject en kan voorzien worden in de eigen parkeerbehoefte. Overigens wordt ook voor de andere locaties, waarvoor een eigen traject van artikel 19 loopt, voldaan aan de parkeernormen voor die projecten. 6b. Samenvatting Het Rüttchenterrein wordt voor een groot deel gebouwd op de hoek Zorpvlietstraat Zwiinsberqenstraat, hetgeen het overzicht op het verkeer zal belemmeren. De verkeersdruk op de kruising zal toenemen, zodat verkeersonveilige situaties ontstaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2008 | | pagina 80