Gemeente Breda
Registratienr: 33520]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: VSO/JP
6b. Commentaar
Voor een toename van de verkeersdruk verwijzen wij naar onze motivering gegeven onder 1c.
Wij zien voorts niet in dat er een verkeersonveilige situatie zal ontstaan, nu de nieuwe bebouwing wordt
gerealiseerd op de plaats van de bestaande bebouwing, waarbij bovendien de bestaande groenstrook
aan de Zwijnsbergenstraat wordt gehandhaafd. De zichtsituatie op het kruispunt is naar onze mening
veilig.
6c. Samenvating
Voorde locatie Rüttchen is een bouwhoogte van ruim 34 meter voorzien. Een dergelijke hoopte heeft een
negatieve invloed op de beleving van de omliggende straten en reclamants woongenot, aangezien de
locatie vanuit mijn woning en tuin duidelijk zichtbaar zal zi/n.
6c. Commentaar
Reclamant woont in een straat die loodrecht staat ten opzichte van de Zorgvlietstraat, waarbij het
woongedeelte is gericht naar de overzijde van de straat.
Hoewel reclamant aangeeft vanuit zijn woning zicht te hebben op de locatie, lijkt dit gezien de ligging
moeilijk voorstelbaar. Natuurlijk kan vanuit de aanwezige ramen van de woning, danwel staande in de
tuin, zicht op de locatie bestaan, maar dan is dat zicht dat geen invloed heeft op het woongebied.
De nieuwbouw overigens zal aan de zijde van de Zorgvlietstraat bestaan uit 3 bouwlagen, terwijl de
hogere bebouwing zich aan de zijde van de Loevesteinstraat bevindt, derhalve nog verder weg van
reclamants woning.
Wij zien derhalve niet in dat de te realiseren nieuwbouw het woongenot van reclamant onaanvaardbaar
belemmert.
7. Zienswijze van W. Eppinga, namens Stichting Valkenierslaan houdt (voorzover deze
betrekking heeft op de locatie Rüttchen) het volgende in:
7a. Samenvatting
Reclamant geeft aan dat is gebleken dat, na hiertoe informatie te hebben ingewonnen, de gemeenteraad
het bevoegd gezag is in deze. Verzocht wordt dan ook de zienswijze aan de gemeenteraad door te
zenden. Dit had overigens ook in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen kunnen worden om zo de
eventuele onduidelijkheid weg te nemen.
7a. Commentaar
Reclamant heeft gelijk met de opmerking dat de raad het bevoegd gezag is in deze. De raad beslist
derhalve over de voortgang van dit verzoek en beoordeelt daartoe alle ingekomen zienswijzen.
In de publicatie zoals die is verschenen in het Stadsblad van 28 mei 2008 staat inderdaad, per abuis,
aangegeven dat het college voornemens is de vrijstelling te verlenen. Hoewel wij deze omissie betreuren,
menen wij dat reclamant (zoals reclamant ook zelf al aangeeft) niet in zijn belangen is geschaad. De
zienswijze is binnen de termijn van tervisielegging ontvangen, waardoor geen rechten verloren zijn
gegaan en de raad zal gemotiveerd oordelen over zijn en alle overige ingediende zienswijzen.
7b. Samenvatting
Reclamant stelt dat onoverzichtelijkheid in de vriistellingprocedures en onsamenhangend planologisch
beleid ten koste gaat van belanghebbenden. De gemeente Breda dient dan ook de gemeentelijke
plannen goed oo elkaar af te stemmen. Zeker nu ontwikkelingen voorplannen in de directe omgeving
bijvoorbeeld voor woningbouwvereniging Laurentius en de locatie van schildersbedriif Ot/es naar de
toekomst verschoven worden. De onderhavige plannen zijn niet goed oo elkaar afgestemd en door
cumulatie kunnen van effecten ziin de gevolgen niet goed te overzien en alleen al daarom dienen de
vrijstellingen te worden geweigerd.