Gemeente Breda Registratienr: 33841] RaadsvoorstelDienst/afdeling: KAB Op basis van alle input is de volgende visie voor het programma Veiligheid tot stand gekomen. "Breda versterkt samen met partners de veiligheid van de stad en het veiligheidsgevoel van haar inwoners en bezoekers zodat het goed toeven is." Vertrekpunt bij het werken aan veiligheid is dat veiligheid begint bij de eigen leefomgeving van inwoners en ondernemers. Dat betekent dus ook dat naast de "professionele partners", de inwoners van de stad zelf ook een belangrijke bijdrage leveren aan de veiligheid en het veiligheidsgevoel in de stad. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de differentiatie van de stad. De kracht van Breda is de eigenheid van elke wijk, dorp en buurt. Om de bovengenoemde ambities waar te kunnen maken wordt qua strategie langs drie lijnen gewerkt: Vroeg: Voorkomen is beter dan genezen Samen: Hechtere samenwerking met partners in Breda en in de regio in beleidsvoorbereiding en uitvoering Open: Sturen op subjectieve veiligheid door communicatie Bij de formulering van de doelstellingen is vervolgens gekozen voor de indeling: 1 .Jongeren 2.Veilige Wijken 3.Veiligheid in de Binnenstad 4.Bedrijvigheid 5.Crisisbeheersing en risico's 6. Integriteit Voor zover mogelijk is bij het formuleren van de doelstellingen uitgegaan van feitelijke ijkmomenten en hieraan gekoppelde uitgangspunten. Consequenties In 2003 is een eerste aanzet gegeven tot een integraal veiligheidsprogramma met de nota 'Partnerschap in veiligheid'. Deze aanzet is doorontwikkeld in 2004, waarna begin 2005 de nota Veiligheidsbeleid Breda' door de raad is vastgesteld. Dat gold ook voor de financiering en de programmaperiode, van 2005 tot en met 2009. Vanaf 2005 werd de besteding per jaarschijf vastgelegd in een uitvoeringsprogramma (IVP: Integraal veiligheidsprogramma). Jaarlijks werd (en wordt) de uitvoering zowel inhoudelijk als financieel gemonitord. Het lopende programma wordt deels gefinancierd met GSB-middelen. In de lopende bestuursperiode zijn hieraan gemeentelijke middelen toegevoegd, deels structureel, deels meerjarig, deels eenmalig. Een groot deel is eenmalig of voor twee of drie jaar beschikbaar gesteld. Hierdoor ontstaat door de jaren een fluctuerend beeld van de inzet. Bij Kadernota 2009 is besloten om 750.000 eenmalig in te zetten, om het beleidsprogramma voor 2009 op het niveau van 2008 te houden. Een en ander in afwachting van een nieuw programma voor de periode erna. Op dit moment is nog onduidelijk wat de consequenties zijn van de afloop van de GSB III periode, resp. is nog onduidelijk met welk oormerk en met welk volume nieuw rijksgeld naar de steden zal komen. Dit zal worden betrokken bij de voorbereiding van de Kadernota 2010. Bij die gelegenheid - en mede afhankelijk van het beeld van de te verwachten nieuwe geldstroom van rijkswege - zal de gemeentelijke inzet voor de jaren na 2009 aan de orde komen. Daarbij zal zeker de vraag aan de orde komen of voor de toekomst gekozen blijft worden voor de huidige systematiek van budgetfinanciering (jaarlijkse toevoegingen), voor een systematiek van programmafinanciering (één meerjarig volume) of voor een mengvorm.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 55