Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: 33506] Dienst/afdeling: KAB Aantal bijlagen: -- De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op de artikel 147 van de Gemeentewet; besluit: I. Vast te stellen de navolgende verordening tot gedeeltelijke wijziging van de Algemeen Plaatselijke verordening Breda 2004 en de toelichting daarop: Verordening tot gedeeltelijke wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 2004. Artikel I. In hoofdstuk 2, openbare orde, wordt afdeling 2a en de bijbehorende toelichting als volgt vervangen: Afdeling 2a Woon- en leefklimaat Paragraaf 1 Toezicht op horeca-bedrijven Artikel 2.2a.1.1 Begripsomschrijving In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. Inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, onder o van deze verordening inclusief het bij de inrichting behorend terras als bedoeld in artikel 1.1, onder p van deze verordening. b. Exploitant: de natuurlijke persoon voor wiens rekening en risico de inrichting wordt geëxploiteerd; diegene die de inrichting exploiteert. c. Leidinggevende: 1de natuurlijke persoon voor wiens rekening en risico de inrichting wordt geëxploiteerd; diegene die de inrichting exploiteert; 2. de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan de exploitatie van de inrichting; 3. de natuurlijke persoon, die onmiddellijk leiding geeft aan de exploitatie van inrichting. d. Bezoeker: degene die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van: 1. de leidinggevende(n) en de leden van diens gezin, de niet tot diens gezin behorende bloed en aanverwanten van de ondernemer(s) en de leidinggevende(n) in de rechte lijn onbeperkt en in de zijlijn tot en met de derde graad; 2. het dienstdoende personeel; 3. hen, wier tegenwoordigheid in de inrichting, naar het oordeel van de burgemeester, door dringende omstandigheden wordt vereist; 4. personen, die vertoeven in een inrichting welke tevens is een inrichting tot het verschaffen van nachtverblijf als bedoeld in de verordening op logeer- en kamerverhuurinrichtingen. 2.2a.1.2 Gebiedsaanwijzing en maxima De burgemeester is bevoegd gebieden aan te wijzen waarbinnen, ter bevordering van het woon- en leefklimaat dan wel ter voorkoming van verdere aantasting van het woon - en leefklimaat, deze paragraaf van toepassing is. De burgemeester kan, ten aanzien van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.2a.1.1, onder a, nadere regels stellen met betrekking tot het maximale aantal inrichtingen, al dan niet per door hem vast te stellen categorieën en al dan niet per aangewezen gebied als bedoeld in het eerste lid. Artikel 1. 2.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 13