2. Het ontbreken van concrete handvatten voor tussentijdse winstneming, die goed te volgen
zijn. Hiervoor is inmiddels wel een aanzet gegeven (notitie resultaatbepaiing grondbedrijf).
Voorgesteld wordt wat dit betreft om met concrete parameters te gaan werken die eenduidig
en goed toepasbaar zijn.
Advies 9.
De gemeenteraad adviseert het college om
- ten aanzien van de winstnemingen door het grondbedrijf te werken met concrete, eenduidige
handvatten/parameters die goed te volgen zijn in de tijd.
- de raad periodiek (minimaal 2 keer per jaar) te informeren over de beleidsmatige en financiële
stand van zaken per locatie/project. Deze informatie kan in of separaat aan de reguliere
bestuursrapportages worden verstrekt.
Naast de constateringen wii de commissie de raad wijzen op 3 andere opvallende zaken t.a.v. het
grondbedrijf.
1Sterk uiteenlopende informatie in diverse documenten over de omvang van dezelfde financiële
parameters.
De raad is de afgelopen periodes in diverse documenten (o.a. jaarverslag 2007, nota
risicomanagement, 2e bestuursrapportage 2008, jaarverslag 2008) geconfronteerd met zeer
uiteenlopende financiële informatie over met name weerstandsvermogen en winstprognoses.
In het advies van de commissie Bestuur over de jaarrekening 2007 is hier ook al uitvoerig bij
stilgestaan, (terwijl zich toen de financiële crisis en de daarmee gepaard gaande onzekerheden nog
slechts in een beginstadium bevonden). Hoewel inmiddels een nota risicomanagement grondbedrijf is
vastgesteld blijft het voor de raad nog steeds moeilijk om de prestaties van het grondbedrijf in relatie
tot de aanwezige risico's goed te beoordelen in termen van 'goed', 'voldoende', 'onvoldoende' of
'slecht'.
2. Veel onduidelijkheid over de definiëring en interpretatie van diverse parameters.
Ook heeft de commissie geconstateerd dat er nog veel onduidelijkheid ia over de definiëring en
interpretatie van de diverse parameters.
Vragen als - op welke wijze beïnvloedt het resultaat grondbedrijf het concernresultaat
- wat zijn de definitie van 'algemene reserve grondbedrijf en 'weerstandsvermogen'?
zijn de afgelopen maanden niet eenduidig en uniform aan de raad uitgelegd.
3. Een negatief weerstandsvermogen.
Tenslotte moet worden geconstateerd dat per 31-12-2008 sprake is van een negatief
weerstandsvermogen van 3,9 mio. Dit weerstandsvermogen is wederom achtergebleven bij de
raming. Daarmee dreigt het realiseren van het gewenste en afgesproken niveau van een
weerstandsvermogen van 40 mio weer verder in de toekomst te worden gelegd.
Opvallend is dat in het rapport van bevindingen van de accountant de afgelopen 4 jaar wordt gezegd
dat 'het beschikbare weerstandsvermogen nog achter blijft bij het gewenste weerstandsvermogen'.
Daarbij komt dat de omvang van in exploitatie te nemen gronden en onderhanden werken sinds 2003
is gestegen met bijna 50 mio, terwijl de omvang van de verwachte toekomstige resultaten van
complexen met bijna 50 mio is afgenomen.
De commissie kan niet anders concluderen dan dat de financiële situatie van het grondbedrijf op dit
moment zorgwekkend is.
Opvallend is wat dit betreft dat het meerjarenperspectief van het grondbedrijf aangeeft dat het
weerstandsvermogen per 1-1-2012 het niveau van (bijna) 40 mio zal hebben bereikt, (zie bijlage
8.8, blz 328 jaarverslag). Dit betekent dus een verwachte verbetering van het weerstandvermogen in
enkele jaren met bijna 50 miljoen. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat dit meerjarenperspectief
in de kadernota zal worden herijkt.
In navolging van de accountant is de commissie van mening dat de begroting 2009 en verder
(meerjarenraming) van het grondbedrijf kritisch op het realiteitsgehalte moet worden bezien.
De commissie vindt het positief dat het college in dit verband ook een 'interventieteam stedelijke
ontwikkeling' heeft ingesteld. Bedoeling is dat dit interventieteam het college op korte termijn adviseert
12