Gemeente Breda Registratienr: 33506] RaadsbesluitDienst/afdeling: KAB Artikel 2.2a.1.3 Vergunningplicht 1. Het is verboden binnen een gebied ais bedoeld in artikel 2.2a. 1.2, lid 1, een inrichting als bedoeld in artikel 2.2a.1.1, onder a, te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. 2. De vergunningplicht als bedoeld in het eerste lid geldt niet voor de navolgende categorieën inrichtingen: a. een inrichting in een museum; b. een inrichting in een zorginstelling; c. een inrichting in een bibliotheek; d. een inrichting in een buurthuis; e. een inrichting in een school. 3. In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid kan de burgemeester categorieën inrichtingen aanwijzen die worden vrijgesteld van de vergunningplicht als bedoeld in het eerste lid. Artikel 2.2a.1.4 Vergunningaanvraag 1De aanvraag voor de in artikel 2.2a.1.3, lid 1bedoelde vergunning dient te geschieden met een door de burgemeester vastgesteld formulier. 2. In de aanvraag voor de vergunning als bedoeld in het eerste lid en in de vergunning als bedoeld in artikel 2.2a.1.3, lid 1, wordt in ieder geval vermeld: a. de persoonsgegevens van de exploitant; b. de persoonsgegevens van de leidinggevende(n). 3. De in artikel 2.2a.1.3, lid 1, bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend aan de exploitant, is persoonsgebonden en kan niet worden overgedragen. 4. Per inrichting wordt niet meer dan één aanvraag als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig in behandeling genomen. Artikel 2.2a.1.5 Eisen aan de exploitant en leidinggevende 1De exploitant en leidinggevende(n) moet voldoen aan de bij of krachtens artikel 8, lid 2, aanhef en onder a en b en lid 3, van de Drank- en Horecawet aan leidinggevende(n) gestelde eisen. 2. De exploitant en de leidinggevende(n) dienen de leeftijd van achttien jaar te hebben bereikt. Artikel 2.2a.1.6 Weigeringgronden De burgemeester kan de in artikel 2.2a.1.3, lid 1, bedoelde vergunning weigeren indien: a. De exploitant of de leidinggevende(n) niet voldoet aan de in artikel 2.2a.1.5 gestelde eisen; b. De exploitant of de leidinggevende(n) binnen driejaar voor de aanvraag een inrichting heeft geëxploiteerd die op grond van (ernstige vrees voor) verstoring van de openbare orde, dan wel aantasting van het woon- en leefklimaat, dan wel op grond van artikel 13b van de Opiumwet, gesloten is geweest; c. de vestiging of exploitatie strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan of beheersverordening; d. naar het oordeel van de burgemeester het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de inrichting; e. de vestiging of exploitatie strijd oplevert met de nadere regels als bedoeld in artikel 2.2a.1.2, lid 2; f. in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur. Artikel 2.2a.1.7 Afwijking sluitingstijden: tijdelijke sluiting De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in het geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor één of meer inrichtingen, tijdelijk andere dan de voor de betreffende inrichtingen geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijke sluiting bevelen. Artikel 2.2a.1.8 Sluiting De burgemeester kan een inrichting, al dan niet voor een bepaalde termijn, gesloten verklaren indien: a. de inrichting wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning; b. de exploitant of leidinggevende handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften; c. de exploitant of leidinggevende niet meer voldoet aan de in artikel 2.2a.1.5 gestelde eisen. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 14