Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 34411]
Dienst/afdeling: PPM
Ontsluiting
In de nieuwe structuur wordt ingezet op één hoofddrager in het gebied. Woningen langs deze drager
zullen zich hier op oriënteren. Daarnaast zal door de Driesprong een langzaamverkeersroute tot stand
komen die een schakel vormt in de langzaamverkeersstructuur vanaf Dorst naar het centrum en het
station van Breda.
De structuurvisie stelt een voetpad voor dat via de bestaande brug van de Nieuwe Kadijk over het spoor,
het Heiveld in verbinding stelt met de bossen tussen Teteringen en Dorst.
Milieu
De Driesprong is rondom gelegen tussen wegen, de spoorlijn Breda-Tilburg en de aanwezige bedrijven.
De structuurvisie geeft aan dat het geluid van de spoorlijn wordt gekeerd met geluidwalwonen.
Onderzoek wijst uit dat de grenswaarden externe veiligheid niet worden overschreden bij een
herontwikkeling als voorzien in de structuurvisie. Bij herontwikkeling van de diverse locaties zal de bodem
worden onderzocht en zo nodig geschikt gemaakt worden voor het toekomstig gebruik. Plaatselijke
onderzoeken die in het verleden zijn gedaan vormen geen belemmeringen voor toekomstige
ontwikkelingen. Waterberging: er wordt onderzocht of het overtollige water kan worden afgevoerd naar de
Waterakkers, zodat geen ruimte in het gebied behoeft te worden gereserveerd.
Realisatie en fasering
Zoals onder Wonen is beschreven, kent het gebied van de structuurvisie de Driesprong drie verschillende
gebiedskarakters zoals deze in de (stadsbrede) Structuurvisie 2020 zijn benoemd.
Voor een belangrijk deel, namelijk het als wijkontwikkelingsgebied aangemerkte westelijke, bestaande
woongebied heeft de gemeente reeds een intentieovereenkomst gesloten met de betrokken corporatie
WonenBreburg.
De twee overige delen: het bedrijventerrein en het Heiveld, zijn te kenmerken als een transformatie-
respectievelijk een consolidatie gebied.
Gelet op deze grote variatie in gebiedkenmerken binnen één visie en de ruime tijdspanne waarover de
visie zich uitstrekt is de inzet van alle voorkomende wijzen van realisatie - van faciliterend tot actief
(grond)beleid - denkbaar, inclusief toepassing van de daaraan verbonden (grond)beleidinstrumenten.
Uitgangspunt van de gemeente is een budgettair neutrale ontwikkeling. Om richting te geven aan de
ontwikkeling is hiervoor een uitvoeringsagenda en uitvoeringsprogramma opgenomen in hoofdstuk 4.
Elke driejaar zal een herijking van de structuurvisie plaatsvinden en kan indien nodig het in te zetten
instrumentarium worden aangepast aan de ontwikkeling.
De sloop van het "Nederlandse deel" heeft plaats gevonden in 2008. Hiervoor worden "Integrale
randvoorwaarden deelgebied 1 de Driesprong" opgesteld die een uitwerking vormen van deze
structuurvisie. Door WonenBreburg wordt momenteel gewerkt aan de stedenbouwkundige uitwerking
voor dit deelgebied. De Molukse wijk kan in de nieuwe structuur gehandhaafd blijven. Maar wanneer
onderzoek naar wenselijkheid en haalbaarheid (WonenBreburg) uitwijst dat herstructurering mogelijk en
wenselijk is, biedt de structuurvisie daarvoor een kans. Realisatie is op korte (2010) of lange (2030)
termijn denkbaar.
De mogelijke transformatie van het bedrijventerrein kan plaatsvinden vanaf 2012. Transformatie van het
bestaande bedrijventerrein ten oosten van de Moleneindstraat naar een woonmilieu vindt aanvang vanaf
2017.
Consequenties
De structuurvisie vormt de basis voor stedenbouwkundige plannen en/of bouwplannen die in het kader
van de herontwikkeling van het gebied bij het college kunnen worden ingediend. Eén en ander binnen de
voorwaarden van realisatie en fasering. Ten tijde van de besluitvorming van de ontwerp-structuurvise was
sprake van de voorwaarde van "budgettaire neutraliteit". De recent overeengekomen Prestatieafspraken
bieden ruimte voor een gesprek over financiële bijdrage aan de openbare ruimte bij herontwikkeling van
deelgebied I. Verder is de bestaande riolering in deelgebied I versleten en kan als "nieuw voor oud" een
bijdrage in de aanleg van nieuwe riolering worden gegeven. Deze bijdragen bieden voldoende basis voor
het uitgangspunt van financiële uitvoerbaarheid van de herontwikkeling van Deelgebied I.
-3-