Gemeente Breda
Registratienr: 33506]
Raadsbesluit Dienst/afdeling: KAB
Artikel 2.2a.2.5 Weigeringgronden
De burgemeester kan de in artikel 2.2a.2.2, lid 1, bedoelde vergunning weigeren indien:
a. De exploitant of de leidinggevende(n) niet voldoet aan de in artikel 2.2a.2.4 gestelde eisen;
b. De exploitant of de leidinggevende(n) binnen driejaar voor de aanvraag een inrichting heeft
geëxploiteerd die op grond van (ernstige vrees voor) verstoring van de openbare orde, dan wel
aantasting van het woon- en leefklimaat, dan wel op grond van artikel 13b van de Opiumwet,
gesloten is geweest;
c. de vestiging of exploitatie strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan of beheersverordening;
d. naar het oordeel van de burgemeester het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting
en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van
de inrichting;
e. de vestiging of exploitatie strijd oplevert met de nadere regels als bedoeld in artikel 2.2a.2.2, lid 2;
f. in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bevordering
integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
g. de vestiging leidt tot concentratie van inrichtingen in een bepaald gebied.
h. de inrichting is gevestigd in de nabijheid van een school of jongerencentrum.
Artikel 2.2a.2.6 Afwijking sluitingstijden: tijdelijke sluiting
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in het
geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor één of meer inrichtingen, tijdelijk andere
dan de voor de betreffende inrichtingen geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijke sluiting bevelen.
Artikel 2.2a.2.7 Sluiting
De burgemeester kan een inrichting, al dan niet voor een bepaalde termijn, gesloten verklaren indien:
a. de inrichting wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning;
b. de exploitant of leidinggevende handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften,
c. de exploitant of leidinggevende niet meer voldoet aan de in artikel 2.2a.2.4 gestelde eisen.
Artikel 2.2a.2.8 Aanwezigheid in gesloten inrichting
1Het is verboden gedurende de tijd dat een inrichting gesloten is ingevolge de reguliere sluitingstijden
of krachtens een op grond van artikel 2.2a.2.6 dan wel 2.2a.2.7 genomen besluit, zich als bezoeker
in deze inrichting te bevinden.
2. Het is de exploitant of leidinggevende(n) verboden gedurende de tijd dat een inrichting is gesloten
ingevolge de reguliere sluitingstijden of krachtens een op grond van artikel 2.2a.2.6, dan wel artikel
2.2a.2.7 genomen besluit, de inrichting voor bezoekers geopend te hebben of daarin één of meer
bezoekers toe te laten of te laten verblijven.
Artikel 2.2a2..9 Intrekkinggronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 wordt de vergunning als bedoeld in artikel 2.2a.2.2, lid 1door de
burgemeester ingetrokken indien:
a. de exploitatie of leidinggevende niet voldoet aan de in artikel 2.2a.2.4 gestelde eisen,
b. aannemelijk is dat de exploitant of leidinggevende van de inrichting betrokken is, of hem ernstige
nalatigheid kan worden verweten, bij activiteiten in of vanuit de inrichting die een gevaar opleveren
voor de openbare orde en/of een bedreiging vormen voor het woon- en leefklimaat in de omgeving
van de inrichting;
c. de exploitant of leidinggevende van de inrichting toestaat of gedoogt dat in zijn inrichting strafbare
feiten worden gepleegd.
d. zich in of vanuit zijn inrichting anderszins feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het
geopend blijven van de inrichting gevaar oplevert voor de openbare orde en/of een bedreiging vormt
voor het woon- en leefklimaat in de omgeving van de inrichting.
e. er is sprake van de omstandigheid en een geval, als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering
integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
-5-