Gemeente Breda
Registratienr: 33506]
Raadsbesluit Dienst/afdeling. KAB
Ook is onder f expliciet de weigeringgrond uit de wet Bibob opgenomen.
Onder g is voorzien in een weigeringgrond om er voor te zorgen dat zich een concentratie van inrichtingen
voordoet. De burgemeester kan dit, afhankelijk van de omstandigheden, in beleidsregels nader invullen.
Vooral met het oog op de drugsgerelateerde producten die worden verkocht in smart-, head- en growshops
is in h een weigeringgrond opgenomen wanneer een inrichting is gevestigd in de nabijheid van een school of
jongerencentrum. Ook deze weigeringgrond kan, afhankelijk van de omstandigheden in beleidsregels nader
worden ingevuld door de burgemeester.
Artikel 2.2a.2.6 Afwijkende sluitingstijden; tijdelijke sluiting
Voor de inrichtingen geldt in principe het regime van de sluitingstijden dat ook geldt voor andere winkels die
niet onder de vergunningplicht hier vallen. De smart-, head-, grow- en belshops vallen onder de gewone
winkelsluitingstijden. Als bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken kan de burgemeester op basis
van dit artikel, in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, tijdelijk afwijkende
sluitingstijden vaststellen. Dat kan hij zowel voor een afzonderlijke inrichting als voor meerdere inrichtingen
teqelijkertijd doen. Wanneer van dergelijke omstandigheden sprake is wordt aan het oordeel van de
burgemeester overgelaten. Er hoeft in ieder geval nog geen sprake te zijn van een zodanige verstoring van
de openbare orde, of dreiging daarvan, dat de burgemeester zijn noodbevoegdheden op basis van de
gemeentewet in kan zetten.
Artikel 2.2a.2.7 Sluiting
De burgemeester krijgt de bevoegdheid om inrichtingen ook helemaal te sluiten. Dat kan als er een inrichting
wordt geëxploiteerd zonder de benodigde vergunning (artikel 2.2a.2.2, eerste lid) of als de exploitant niet
meer voldoet aan de gedragseisen (artikel 2.2a.2.4). Het kan ook als de exploitant zich niet houdt aan de
vergunningvoorschriften. Voor welke termijn de inrichting wordt gesloten is aan het oordeel van de
burgemeester. Hij kan hier desgewenst een beleidslijn voor vaststellen.
Artikel 2.2a.2.8 Aanwezigheid in inrichting
Indien een inrichting is gesloten mogen zich daarin geen bezoekers bevinden. Dit om te voorkomen dat de
inrichting achter gesloten deuren nog gewoon verder draait. Het eerste lid richt zich tot de bezoekers met
een verbod om zich in een gesloten inrichting te bevinden. Het tweede lid richt zich op de exploitant met een
verbod om bezoekers toe te laten of te laten verblijven. Beiden zijn in overtreding. Het is daarbij niet relevan
of de inrichting gesloten is op basis van de reguliere sluitingstijden dan wel op basis van afwijkende
sluitingstijden of een sluiting krachtens artikel 2.2a.2.6 respectievelijk artikel 2.2a.2.7.
Artikel 2.2a.2.9 Intrekking vergunning
Naast sluiting van de inrichting kan de burgemeester overgaan tot intrekking van de vergunning. Hierover is
een algemeen artikel opgenomen in de APV (artikel 1.6). Hierin is bepaald dat een vergunning kan worden
ingetrokken of gewijzigd
indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt,
indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het
verlenen van de vergunning moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd
door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist
indien de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden
nagekomen
indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel,
bij gebreke aan een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn.
-17-