Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 34244]
Dienst/afdeling: VSO/JP
Aantal bijlagen:
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op de artikelen 147 en 192 van de Gemeentewet;
besluit:
1De zienswijzen onder de nummers 1 tot en 5 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te
verklaren.
2. De zienswijze onder nummer 6 ongegrond te verklaren.
3. Tot de volgende wijzigingen in de toelichting:
a. In hoofdstuk 2 is tekst zodanig aangepast dat alleen de feitelijke situatie van de gronden wordt
beschreven waarop dit plan betrekking heeft.
b. In hoofdstuk 3 is onder "Gemeentelijk beleid, Beleidsnotitie Functieverruiming buitengebied" voor de
locatie Overveldsestraat 10 nader toegelicht waarom het voorliggende plan past binnen het beleid
met betrekking tot functieverruiming in het buitengebied en hoe aan de randvoorwaarden wordt
voldaan.
c. In paragraaf 4.2 is onder het kopje "Parkeren" nader toegelicht dat er als gevolg van de jeu de
boules banen geen parkeerdruk ontstaat en is onderbouwd dat 25 parkeerplaatsen voldoende zou
moeten zijn.
4. Tot de volgende wijziging in de planregels:
De planregels opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan, luidende:
Voorschriften, deel uitmakende van het bestemmingsplan "Buitengebied
Prinsenbeek, partiële herziening 2008 Overveldsestraat 10"
Artikel I
Op dit bestemmingsplan zijn van overeenkomstige toepassing de voorschriften behorende
bij het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek", vastgesteld door de raad op 31
augustus 2000 en goedgekeurd door GS op 10 april 2001, met dien verstande dat deze
voorschriften als volgt worden aangepast:
Artikel 1 Begripsbepalingen
Aan artikel 1 worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd:
plan:
het plan "Buitengebied Prinsenbeek, partiële herziening 2008, Overveldsestraat 10";
dagrecreatie:
een recreatieve activiteit waarbij geen nachtverblijf mogelijk is;
kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen
of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk
zijnde waarvoor ingevolge artikel 40, lid 2, van de Woningwet een bouwvergunning is
vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen, geheel of ten dele
blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief
nachtverblijf;