Gemeente Breda
Registratienr: 34244]
RaadsbesluitDienst/afdeling: VSO/JP
e. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen
aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van het terrein.
3. Aan een vergunning als bedoeld in het tweede lid kunnen voorwaarden worden
verbonden.
artikel 7 Agrarisch bouwvlak
Aan lid I (doeleindenomschrijving) wordt het volgende toegevoegd:
3. extensieve dagrecreatie met een maximale oppervlakte van 500 m2;
4. kleinschalige terrasvoorziening met een ondersteunende horecafunctie, zoals een
boerenterras, met een maximale oppervlakte van 100 m2;
5. de landschappelijke inpassing van het gehele erf in de vorm van streekeigen
beplanting dient te zijn gewaarborgd;
6. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf.
Aan lid II (bouwvoorschriften) wordt het volgende toegevoegd:
10. ter plaatse van de bestaande agrarische gebouwen mogen gebouwen worden
gebouwd ten behoeve van sanitaire voorzieningen binnen bestaande bebouwing
met een maximale oppervlakte van 75 m2.
In lid V (gebruiksvoorschriften) wordt het volgende verwijderd:
'als bedoeld in artikel 8 lid 2 sub a van de Wet op de Openluchtrecreatie, mits het aantal
kampeermiddelen per bouwvlak niet meer bedraagt dan lotussen 1 april en 1 oktober en
maximaal 15 kampeermiddelen gedurende de periode tussen 1 juli en 1 september'
en gewijzigd in:
'met een maximum van 15 kampeerplaatsen gedurende de periode 1 april tot 1 oktober, met
dien verstande dat het aantal kampeerplaatsen op gronden met de bestemming 'Agrarisch
gebied' en 'Agrarisch bouwvlak' tezamen nimmer het aantal van 15 mag overschrijden'.
Er wordt een nieuw lid VI toegevoegd:
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester
en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren
of te doen uitvoeren:
a. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en
het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen mits dieper wordt ontgraven dan
0,30 m;
b. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatie- of andere
leidingen en daarmee verband houdende constructies;
c. het aanbrengen van constructies die verband houden met bovengrondse leidingen;
d. het graven en verbreden van sloten, vijvers en andere waterlopen;
e. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen
aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van het terrein.
2. Aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid kunnen voorwaarden worden
verbonden.