Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 34791]
Dienst/afdeling: CONC/BQ
Uitgangspunt: sluitend meerjarenperspectief
Het college heeft bij het maken van de keuzes voor de Kadernota 2010 een zestal uitgangspunten
gehanteerd. Een wezenlijke daarvan is een sluitend meerjarenperspectief. In paragraaf 4.4 op pagina 33
van de Kadernota 2010 is dan ook een totaalbeeld opgesteld dat aan dit uitgangspunt voldoet.
Als gevolg van de effecten van de meicirculaire ontstaat een meerjarenperspectief dat niet aan dit
uitgangspunt voldoet. Omdat het college er zeer aan hecht een sluitend perspectief voor de komende 4
jaren te presenteren, worden aanvullende maatregelen voorgesteld.
Overigens zijn er diverse 100.000+-gemeenten die de effecten van de meicirculaire voor 2012 en 2013
nog niet omzetten in maatregelen, omdat zij in het perspectief de ontwikkelingen van de accressen in de
gemeentefondsuitkering betrekken voor alleen de komende 2 jaren.
Inhoud voorgestelde maatregelen
De negatieve ontwikkeling voor 2010 van circa - 0,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door het
zogenoemde 'kasschuifsysteem' dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) hanteert voor de
financiering van de ontwikkeling van de Modernisering Gemeentelijke Basisregistratie Persoonsgegevens
en de Online Raadpleegbare Reisdocumenten Administratie. De VNG en BZK zijn daarover
overeengekomen, dat de investeringen in 2009 tot en met 2012 door een tijdelijke renteloze
uitnamereeks uit het gemeentefonds worden gefinancierd. Voor Breda betekent dit in eerste instantie in
2010 een uitname, die in 2013 weer wordt toegevoegd in het gemeentefonds. Het college stelt voor om
deze - 0,2 miljoen voor 2010 ten laste van het perspectief van 2011 te brengen.
Daarnaast wordt voorgesteld om de negatieve effecten voor 2012 en 2013 terug te dringen door voor
deze jaren een extra ombuiging in te rekenen van cumulatief 3,3 miljoen, analoog aan de benadering
die reeds in de Kadernota 2010 is gepresenteerd. Vanaf 2012 betekent dit 0,7 miljoen en vanaf 2013
aanvullend 2,6 miljoen op de dan geprognosticeerde budgetten. Op basis van specifieke, zorgvuldig
omschreven bedrijfseconomische principes worden de consequenties van deze extra ombuiging voor de
beleidsvoorbereiding en de uitvoering definitief in beeld gebracht. Uitgangspunt hierbij dient te zijn dat de
dienstverlening aan burgers intact blijft. Ook mogen de besparingen geen kostenverhoging voor burgers
tot gevolg hebben. De consequenties worden bij de begrotingsbehandeling 2010 betrokken, maar de
verwachting is dat er een nadrukkelijke wijziging is ten aanzien van beleidsontwikkeling als gevolg van
terugval in capaciteit. De inzet zal er op gericht zijn om vooral de uitvoering van activiteiten en taken te
borgen.
Onderstaand volgt een schematische weergave van de aanvullende voorstellen van het college.
Effecten maatregelen op financieel pers
aectief:
Bedragen x 1 miljoen
2010
2011
2012
2013
Meerjarenperspectief bij de
Kadernota 2010
0,0
0,4
1,6
0,0
Effecten meicirculaire
-0,2
0,0
-2,3
-3,3
Meerjarenperspectief d.d. 18 juni 2009
-0,2
0,4
-0,7
-3,3
Maatregelen
0,2
-0,2
0,7
3,3*
Meerjarenperspectief d.d. 18 juni 2009
0,0
0,2
0,0
0,0
oen vanaf 2012 e
n aanvullend
2,6 miljoen vanaf 2013.