Gemeente Breda Registratienr: 34534] Raadsvoorstel Dienst/afdeling: RO/SE Ook kan niet ingezien worden in hoeverre de verkoop van vuurwerk op deze locatie kan leiden tot een bedreiging van de bestaande verzorgingsstructuur in Prinsenbeek. Dit wordt door Gedeputeerde Staten ook niet verder gemotiveerd in welke mate en op welke manier dit kan ontstaan. Voorts kan niet gesproken worden over toevoeging van een functie. Ter plaatse is al detailhandel in de vorm van een tuincentrum toegestaan. Bovendien mag slechts voor enkele dagen per jaar vuurwerk verkocht worden. Voorts willen wij als gemeente Breda een consistent beleid voeren als het gaat om de verkoop van vuurwerk. In alle tuincentra in Breda wordt de verkoop van vuurwerk toegestaan en dit dient ook in de tuincentra mogelijk gemaakt te worden die in het landelijk gebied zijn gelegen zoals het onderhavige. Wij willen er voorts op wijzen dat het hier alleen om de opslag en verkoop van vuurwerk gaat en dat er op basis hiervan dus geen andere detailhandelsactiviteiten dan een tuincentrum op deze locatie zijn toegestaan. Dit is ook de reden dat een en ander via een ontheffing in het bestemmingsplan mogelijk is gemaakt. Een en ander zet dus niet de deur voor allerlei andere vormen van detailhandel ter plekke open. Conclusie. Deze zienswijze ongegrond te verklaren. Planexploitatie/kostenverhaal. De Wet ruimtelijke ordening maakt met het bepaalde in afdeling 6.4 het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten, wanneer de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplan, wijziging van een bestemmingsplan, projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is en welke zijn opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn: a. de bouw van een of meer woningen; b. de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen; c. de uitbreiding van een hoofdgebouw met ten minste 1000 m2 of met een of meer woningen; d. de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd; e. de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1000 m2 bedraagt; f. de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1000 m2. Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de exploitatiekosten over de gronden anderszins verzekerd is. Inmiddels is een ministeriële regeling in voorbereiding waarbij wordt gesteld dat indien in het nieuwe bestemmingsplan geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen als hiervoor bedoeld maar sprake is van onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan de plankosten op nul gesteld mogen worden. Het onderhavige plan betreft een in hoofdzaak conserverend plan waarbinnen het merendeel van bebouwing reeds aanwezig is. Middels dit bestemmingsplan zal buiten het feit dat de gebouwen nu ook gebruikt mogen gaan worden voor de opslag en verkoop van vuurwerk geen nieuwe ontwikkelingsruimte ontstaan voor het betreffende bedrijf. Hetgeen aan uitbreiding nog mogelijk is onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan. Voorts is er geen noodzaak tot het stellen van regels omtrent woningbouwcategorieën omdat het hier een bedrijventerrein betreft en nieuwe woningen mogen niet worden gebouwd. Ook hoeven er geen eisen meer gesteld te worden aan de openbare ruimte omdat deze reeds in zijn geheel is aangelegd. Gelet op het vorenstaande is er dan ook geen verplichting om tegelijkertijd met het plan een exploitatieplan op te stellen. Consequenties Juridische. Vanwege het feit dat het plan is opgemaakt onder vigeur van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening behoeft het plan geen goedkeuring meer van Gedeputeerde Staten. Tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan kan door belanghebbenden nu rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 19