Gemeente Breda
Registratienr: 34879]
RaadsbesluitDienst/afdeling: RGR
Hoofdstuk 3: Vergaderingen
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 10 Vergaderfrequentie
De vergaderingen van de raad vinden in de regel plaats om de zes weken, vangen aan om 19.30 uur
en worden gehouden in het stadhuis. Het fractievoorzittersoverleg stelt voor 1 november van ieder
jaar een schema vast van de dagen waarop de raad in het volgende kalenderjaar vergadert en stuurt
dit toe aan de leden van de raad en het college.
Indien de voorzitter beslist een andere dag en/of aanvangsuur te bepalen of een andere
vergaderplaats aan te wijzen, voert hij hierover voorafgaand aan deze beslissing zo moqeliik overlea
met het fractievoorzittersoverleg.
Indien naar het oordeel van de voorzitter de agenda wegens tijdgebrek niet kan worden afgewerkt,
wordt de vergadering voortgezet op de eerste dinsdag, volgend op de vergaderdag, als bedoeld in
het eerste lid, tenzij de raad besluit de resterende agendapunten alsnog in dezelfde vergadering af
te handelen. Het bepaalde in het eerste lid is hierbij van overeenkomstige toepassing. Deze
voortgezette vergadering wordt als een afzonderlijke vergadering beschouwd.
11 De agenda
Voordat de oproepingsbrief wordt verzonden, stelt het fractievoorzittersoverleg, op voorstel van de
griffier, de agenda van de vergadering voorlopig vast.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproepingsbrief tot uiterlijk 48
uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of
de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen
of van de agenda afvoeren, of de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht,
kan hij het onderwerp verwijzen naar een commissie of aan het college nadere inlichtingen vragen.
Artikel 12 Oproep
1. De voorzitter verzendt de oproepingsbrief aan de leden en de collegeleden ten minste zeven dagen
vóór de vergadering onder vermelding van de dag, tijdstip en plaats van de vergadering.
2. De oproepingsbrief bevat de voorlopige agenda als bedoeld in artikel 11eerste lid.
3. De agenda en de daarbij behorende stukken, waaronder de ontwerpbesluiten, met uitzondering van
de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken worden tegelijkertijd
met de oproeping aan de leden en de collegeleden verzonden.
4. Het bepaalde in de voorgaande leden is niet van toepassing op het houden van een voortgezette
vergadering als bedoeld in artikel 10, derde lid.
Artikel 13 Ter inzage leggen van documenten
1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden
gelijktijdig met het verzenden van de oproepingsbrief voor een ieder op het stadhuis ter inzage
gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving als
bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de oproepingsbrief stukken ter inzage worden
gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare
kennisgeving.
2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het stadhuis gebracht.
3. Indien stukken op grond van artikel 25, eerste lid, dan wel tweede lid, van de Gemeentewet
geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van lid 1, onder berusting van de
griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
1. Tegelijk met de verzending van de oproeping als bedoeld in artikel 12 draagt de voorzitter erzorq
voor dat:
a. dag, uur en plaats van de vergadering op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis worden
gebracht;
Artikel
1.
2.
3.
4.
-3-