Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: 34886] Dienst/afdeling: RGR Aantal bijlagen: -- De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van het fractievoorzittersoverleg en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op de artikelen 82 en 147 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende regeling: Reglement voor de raadscommissies Hoofdstuk 1: algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Dit reglement is van toepassing op de door de raad als zodanig op grond van artikel 82 van de Gemeentewet aangewezen raadscommissie(s), hierna te noemen commissie(s). 2. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: fractievoorzittersoverleg: het fractievoorzittersoverleg als bedoeld in artikel 4 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad; gecombineerde vergadering: een gezamenlijk te houden vergadering van meer dan één commissie; griffier: de griffier als bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet. Artikel 2 Commissies 1. De raad kan bij aanvang van een nieuwe raadsperiode raadscommissies instellen. 2. De raad bepaalt daarbij de namen en het werkterrein van de afzonderlijke raadscommissies. Artikel 3 Samenstelling 1Een commissie bestaat uit maximaal het aantal leden dat gevormd wordt door het aantal raadsfracties te vermenigvuldigen met vier. Per vergadering mogen per raadsfractie drie van de vier in het tweede lid bedoelde benoemde leden deelnemen. 2. De leden worden benoemd door de raad, waarbij elke fractie ten hoogste vier leden tot benoeming kan voordragen. 3. Tot lid van een commissie zijn benoembaar: a. de leden van de raad; b. per fractie twee niet-raadsleden, en wel uitsluitend degenen, die blijkens de voor de laatstgehouden raadsverkiezingen vastgestelde kandidatenlijsten ten opzichte van de met betrekking tot die fractie zitting hebbende raadsleden, als eerstvolgende kandidaten in aanmerking komen voor een mogelijk tussentijdse benoeming tot lid van de raad. 4 Bij de toepassing van het bepaalde in het derde lid, onder b, worden buiten beschouwing gelaten, de blijkens de in dat lid bedoelde kandidatenlijsten als eerstvolgende of daarop weer direct opvolgende, voor een mogelijk tussentijdse benoeming tot lid van de raad in aanmerking komende kandidaten, die schriftelijk hebben verklaard niet als eerstvolgende kandidaat voor een mogelijke benoeming tot lid van de raad in aanmerking te willen komen. 5 De in het derde lid, onder b, bedoelde niet-raadsleden dienen: a. tevens te voldoen aan de voor het lidmaatschap van de raad geldende wettelijke vereisten; b. niet een hiermee onverenigbare betrekking te vervullen; c. openbaar te maken welke andere functies dan het lidmaatschap van de commissie zij vervullen. Artikel 4 Voorzitter 1 De raad wijst uit zijn midden op voordracht van het fractievoorzittersoverleg de voorzitter van een commissie aan. 2. De voorzitter is geen lid van de commissie, die hij voorzit. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 66