Gemeente Breda
Registratienr: 34886]
RaadsbesluitDienst/afdeling: RGR
3. De aangewezen voorzitters als bedoeld in het eerste lid regelen onderling hun vervanging. Indien
ook door onderlinge vervanging niet kan worden voorzien, kan de waarnemend voorzitter van de
gemeenteraad als plaatsvervangend voorzitter van de raadscommissie in deze vervanging voorzien.
Artikel 5 Griffier
De griffier is secretaris van de commissies. Hij kan zich hierbij doen bijstaan door één of meer door
hem aan te wijzen fungerend griffier(s).
6 Benoeming leden
De leden worden benoemd en de voorzitter wordt aangewezen voor de duur van de zittingsperiode
van de raad.
De benoeming van de leden gaat in op het tijdstip waarop deze wordt aanvaard.
Alvorens het lid, dat niet tevens lid is van de raad, het door hem/haar aanvaarde lidmaatschap van
de commissie kan vervullen, ondertekent deze een verklaring met de volgende inhoud:
Gemeente Breda
Verklaring
De ondergetekende,
Geboren opwonende teaan de
verklaart door ondertekening dezes:
Dat hij zij bij raadsbesluit van(bijlage nummeris benoemd tot lid van de commissie
Dat hij zij op de hoogte is van het bepaalde in dit reglement;
Dat hij zij voormelde bepalingen nauwgezet in acht zal nemen;
Dat hij zij bovendien ten aanzien van de hem haar bij het vervullen van het lidmaatschap ter
kennis gekomen stukken en informatie nauwgezet dezelfde geheimhoudingsplicht, indien en voor
zover deze geldt voor leden van de raad, in acht zal nemen en dezelfde zorgvuldigheid, als te
verwachten is van de leden van de raad, zal betrachten.
Aldus verklaard en ondertekend te Breda op
De ondergetekende,
7 Ontslag, vacatures
Zodra blijkt dat een lid van een commissie, dat tevens lid is van de raad, ophoudt lid van de raad te
zijn, houdt dat lid tevens op lid van een commissie te zijn.
Zodra blijkt dat een lid van een commissie, dat niet tevens lid is van de raad, een der wettelijke
vereisten voor het lidmaatschap van de raad niet bezit of een met dat lidmaatschap onverenigbare
betrekking vervult, houdt dat lid op lid van een commissie te zijn.
Wanneer een lid van een commissie komt te verkeren, in een van de gevallen als bedoeld in het
eerste of het tweede lid, geeft het daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de raad en aan het
bestuur van de betrokken fractie.
Indien de kennisgeving als bedoeld in het vorige lid niet is gedaan en de voorzitter van oordeel is,
dat een lid van een commissie verkeert in een van de gevallen als bedoeld in het eerste of tweede
lid, waarschuwt hij dat lid schriftelijk.
De voorzitter zendt een afschrift van de in het vierde lid bedoelde waarschuwing aan de raad en aan
het bestuur van de betrokken fractie.
Het betreffende lid als bedoeld in het vierde lid kan binnen vijf dagen na verzending van de in dat lid
bedoelde waarschuwing, schriftelijk en met redenen omkleed vragen om een beslissing van de raad.
De voorzitter die ophoudt lid van de raad te zijn, houdt tevens op voorzitter van een commissie te
zijn.
Een lid kan te allen tijde tussentijds ontslag vragen. Het lid aan wie op zijn verzoek tussentijds
ontslag is verleend, blijft als lid van een commissie deel uitmaken tot dat de opvolger de benoeming
heeft aanvaard.
Het bepaalde in lid a is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter.
De raad kan te allen tijde uit eigen beweging of op verzoek van het bestuur van de betrokken factie
aan een lid, anders dan op eigen verzoek, ontslag verlenen ter benoeming van een ander lid van
een commissie.
Artikel
1.
2.
3.
Artikel
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8a.
8b.
9a.
-2-