Gemeente Breda Registratienr: 34344] RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO/SE Beoordeling. a. De terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan is overeenkomstig hetgeen hierover is voorgeschreven in de Wet ruimtelijke ordening bekend gemaakt. Zo is de terinzagelegging bekend gemaakt in het Stadsblad en in de Staatscourant en via de website van de gemeente. Het plan heeft vervolgens gedurende de terinzagetermijn van 6 weken ter inzage gelegen in het Stadskantoor en is te raadplegen geweest via de site van de gemeente. Hiermee is voldaan aan de wettelijke eisen op dit gebied. b. Camping Liesbos had in het ontwerp van het bestemmingsplan geen rechtstreekse uitbreiding gekregen. In het plan was echter voor een perceel tegenover de camping een mogelijkheid opgenomen de bestemming van dat perceel te wijzigen ten behoeve van de uitbreiding van de camping. Een en ander is echter dusdanig onzeker dat gelet op de zienswijzen uit de nabije omgeving van de camping deze wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan is gehaald. Mocht de camping in de toekomst toch nog plannen hebben om deze uit te breiden en de gemeente heeft de bereidheid en de mogelijkheden om hieraan medewerking te verlenen zal dit middels het opstellen van een postzegelplan opgelost worden. Conclusie. Deze zienswijze voor wat betreft het genoemde onder b gegrond te verklaren en voor het overige ongegrond. 69. E.C.P.M. van Beek-Peeters. Inhoud zienswijze. Reclamante heeft een melkveebedrijf aan de Rithsestraat 140 te Breda. Haar gronden achter het bouwvlak hebben een archeologische waarde gekregen. Dit is volgens reclamante niet juist. Deze gronden lopen namelijk af naar de Bijloop. Het is volgens reclamante algemeen bekend dat in vroegere tijden mensen op hoge gronde bouwden. Vandaar is het niet aannemelijk dat de gronden een archeologische waarde hebben. Er is ook nog nooit iets van waarden in de grond gevonden. Door deze waarde toe te kennen worden zij belemmerd in de uitoefening van haar bedrijf. Ook de grond is hierdoor minder waard. Verzocht wordt de archeologische waarde van haar gronden te verwijderen. Beoordeling. De dubbelbestemming 'Waarde' met de aanduiding 'Archeologie' is gebaseerd op het kaartmateriaal dat hiervoor beschikbaar is. Alle gebieden, welke worden aangemerkt als middelhoog of hoge verwachtingswaarde archeologie, zijn met deze dubbelbestemming op de verbeelding opgenomen. Verkennend onderzoek zal moeten bepalen of ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn. Zolang dit verkennend onderzoek niet is uitgevoerd dienen deze gronden en mogelijke aanwezige archeologische waarden worden beschermd. Conclusie. Deze zienswijze ongegrond te verklaren. Ambtshalve wijzigingen. Tijdens de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan is geconstateerd dat in het ontwerp van het bestemmingsplan, zowel in de regels als op de analoge verbeelding, omissies zaten waartegen geen zienswijzen naar voren zijn gebracht maar welke wel aangepast dienen te worden. Het gaat om de volgende zaken. In de regels dient het volgende te worden gewijzigd: In de standaard voor de regels zijn de benamingen voor de bestemming 'Agrarisch met waarden' aangepast. De bestemming 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met landschapswaarden' wordt 'Agrarisch met waarden - landschapswaarden' en de bestemming 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden' wordt 'Agrarisch met waarden - natuur en landschapswaarden'. -63-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 108