Gemeente Breda Registratienr: 34344] RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO/SE De beschermingszones voor natte natuurparels zijn in het ontwerp van het bestemmingsplan nog opgenomen met een gebiedsaanduiding en hadden in de regels een regeling gekregen binnen de dubbelbestemming Waarde. In het vast te stellen bestemmingsplan is deze omissie hersteld en hebben deze beschermingszones een dubbelbestemming 'Waarde- beschermingszone natte natuurparel' gekregen en zijn als zodanig ook op de verbeelding aangegeven. In bijlage B bij de regels dient in de tabel cultuurhistorisch waardevolle bebouwing het pand Hazardweg 24 te worden toegevoegd. Bij nader onderzoek is gebleken dat deze bebouwing deze kwalificatie verdient. Op de verbeelding zijn bij het uitprinten hiervan enkele verkeerde aanduidingen verschenen. Op de verbeelding bij het vast te stellen plan is dit hersteld. Op de verbeelding is het bouwvlak bij de Galderse Meren voor de reddingsbrigade verplaatst richting parkeerplaats in verband met een verbeterde bereikbaarheid hiervan. Het bouwvlak Leursebaan 304 is aangepast naar aanleiding van aanwijzingen van de provincie in het kader van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening. In het bestemmingsplan is binnen de regels van de bestemmingen 'Agrarisch', Agrarisch met waarden- landschapswaarden', Agrarisch met waarden - natuur- en landschapswaarden' en 'Bedrijf' de mogelijkheid gecreëerd om via een ontheffing tijdelijke bouwwerken op te richten binnen de op de verbeelding opgenomen bouwvlakken voor de bouw van carnavalswagens en gebruik van bestaande gebouwen hiervoor. De tijdelijkheid is vastgelegd op 6 maanden. In het plangebied is een grondwaterbeschermingsgebied gelegen. Binnen dit gebied zijn die handelingen verboden die de waterkwaliteit of - kwantiteit kunnen beïnvloeden. De provincie is het bevoegd gezag als het gaat om naleving van de regels hieromtrent voor zover het betreft de gebieden gelegen buiten inrichtingen als bedoeld in de Wet Milieubeheer. In het aanlegvergunningstelsel was hiervoor een aanlegvergunningenstelsel opgenomen dat hierdoor echter overbodig is. Dit is dan ook uit het bestemmingsplan verwijderd. Staatsbosbeheer wil zijn gebouwen aan de Bouvignelaan 35 in zijn geheel voor eigen gebruik gaan aanwenden. De aan een gedeelte van de bebouwing toegekende recreatieve bestemming dient dan ook te worden omgezet in de bestemming 'Maatschappelijk'. Planexploitatie. De Wet ruimtelijke ordening maakt met het bepaalde in afdeling 6.4 het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten, wanneer de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplan, wijziging van een bestemmingsplan, projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is en welke zijn opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn: de bouw van een of meer woningen; de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen; de uitbreiding van een hoofdgebouw met ten minste 1000 m2 of met een of meer woningen; de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd; de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies tenminste 1000 m2 bedraagt; de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1000 m2. Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de exploitatiekosten over de gronden anderszins verzekerd is. Inmiddels is een wijziging in voorbereiding van de regelgeving waarbij wordt gesteld dat indien in het nieuwe bestemmingsplan geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen als hiervoor bedoeld maar sprake is van onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan geen kostenverhaal mag plaatsvinden. Het onderhavige plan betreft een in hoofdzaak conserverend plan waarbinnen het merendeel van bebouwing reeds aanwezig is en er slechts beperkt sprake is van uitbreiding. Middels dit bestemmingsplan zal dus slechts een beperkte nieuwe ontwikkelingsruimte worden geboden. Hetgeen aan uitbreiding nog mogelijk is, is of onbenutte bouwruimte op basis van de vigerende bestemmingsplannen of valt qua aard en omvang niet binnen het gestelde in 6.2.1 Bro. -64-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 109