Gemeente Breda Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen vereist is; 5. een goede landschappelijke inpassing, op basis van een uitvoerbaar erfinrichtingsplan, verzekerd is; 6. er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen voor de omliggende bedrijven. - in artikel 4 aan lid 4.3 als punt f toe te voegen: 'f. van het bepaalde in lid 4.2 onder a voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover kan worden aangetoond dat het oprichten hiervan geen onevenredige effecten heeft op de aanwezige landschapswaarden en de bouwhoogte van de voorzieningen niet meer bedraagt dan 2,50 meter.'; - in artikel 4.3 als punt g toe te voegen: 'g. van het bepaalde in lid 4.2 onder c en d tot een maximale hoogte van respectievelijk 9 en 15 meter indien dit is ingegeven vanuit dierwelzijnseisen of andere milieuaspecten met dien verstande dat deze ontheffing niet van toepassing is op kassen. - in artikel 4. Lid 4.3 als punt h toe te voegen: 'h. van het bepaalde in 4.2 voor de bouw van tijdelijke bouwwerken ten behoeve van het bouwen van een carnavalswagen met dien verstande dat: 1. deze binnen een bouwvlak worden geplaatst;2. deze geen grotere hoogte hebben dan 10 meter; 3. deze geen grotere oppervlakte hebben dan 250 m2; 4. deze maximaal gedurende 6 maanden per jaar mogen worden geplaatst en na afloop van die termijn dienen te worden verwijderd. - in artikel 4, lid 4.4 de tekst onder e geheel vervangen door de volgende tekst: 'e. voor het bieden van extra woonverblijf in de bedrijfswoning voor de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders met dien verstande dat 1. de tijdelijke bewoning maximaal gedurende 6 maanden per jaar mag plaatsvinden; 2. de noodzakelijkheid van extra arbeidskrachten voor de gevraagde periode en gelet op de activiteit op het bedrijf afdoende is aangetoond waartoe een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen te Tilburg dient te worden overgelegd; 3. deze tijdelijke huisvesting alleen mag worden ingericht voor werknemers die alleen te werk zijn of worden gesteld op het bedrijf waar zij worden gehuisvest; 4. in de bedrijfswoning maximaal 15 seizoensarbeiders/personen mogen worden gehuisvest. - in artikel 4, lid 4.4 als punt g toe te voegen: 'g. van het bepaalde in artikel 24, lid 24.2 onder a voor het gebruik van een gebouw voor het bouwen van een carnavalswagen met dien verstande dat het gebruik slechts is toegestaan gedurende maximaal 6 maanden per jaar.'. - in artikel 4 lid 4.6 onder a punt 1 2,5 ha wijzigen in 3,5 ha en na 'mag bedragen de volgende tekst toe te voegen: 'waarbinnen maximaal 3 ha kas is toegestaan'; - in artikel 4, lid 4.6 a onder 1 na 'maximaal 3 ha glas is toegestaan' de volgende tekst toe te voegen: 'met dien verstande dat indien het bouwvlak aan zijn maximum zit dit nog eenmalig met maximaal 15% mag worden uitgebreid indien dit noodzakelijk is vanuit dierwelzijns- of andere milieueisen'; - in artikel 4, lid 4.6 onder a de tekst onder punt 2 inzake tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, onder vernummering van de volgende punten onder a, geheel verwijderen - in artikel 4.6 onder c als punt 8 toevoegen: '8. uitbreiding van het bouwvlak verantwoord is vanuit natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige of milieuhygiënische aard.'; - in artikel 4 lid 4.6 onder e de tekst 'voor zover de grondenruimtelijke ordening' te vervangen door de tekst 'voor de realisatie van een ecologische verbinding'; - in artikel 5 in lid 5.2. onder i de tekst 'mag maximaal 2 meter bedragen' vervangen door 'voor wat betreft terreinafscheidingen maximaal 2 meter mag bedragen, voor wat betreft voerkuilen maximaal 2,50 en voor het overige 4 meter mag bedragen'; - in artikel 5 lid 5.2 wordt onder j de volgende tekst toegevoegd: 'j. met betrekking tot het bouwen van gebouwen groter dan 500 m2 wordt, voordat een bouwvergunning wordt verleend advies ingewonnen bij de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen.'; - in artikel 5 lid 5.3 als punt d toegevoegd:'d. van het bepaalde in lid 5.2 onder a voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voorzover kan worden aangetoond dat het oprichten hiervan geen onevenredige effecten heeft op de aanwezige natuur- en landschapswaarden en de bouwhoogte van de voorzieningen niet meer bedraagt dan 2,50 meter.'; - in artikel 5, lid 5.3 onder e de volgende tekst toevoegen: 'e. van het bepaalde in lid 5.2 onder c en d tot een maximale hoogte van respectievelijk 9 en 15 meter indien dit is ingegeven vanuit dierwelzijnseisen of andere milieuaspecten met dien verstande dat deze ontheffing niet van toepassing is op kassen. - in artikel 5, lid 5.3 als punt f toe te voegen: 'f. van het bepaalde in 5.2 voor de bouw van tijdelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 113