Gemeente Breda
Registratienr: 34997]
Raadsbesluit Dienst/afdeling: PREV
Bouwwerk of geen bouwwerk
De Woningwet heeft een grote invloed op de reikwijdte van de brandbeveiligingsverordening, deze wet bevat
de wettelijke grondslag voor voorschriften betreffende het oprichten en veranderen van bouwwerken (zoals
gebouwen), de technische staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen en het gebruik van
bouwwerken. De beperking als gevolg van het bepaalde in de Woningwet laat zich het best omschrijven
door de definities van de begrippen.
1bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of
veranderen en het vergroten van een standplaats;
2. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt;
3. standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen
aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van
gemeenten kunnen worden aangesloten.
Bouwwerk
Een definitie van het begrip bouwwerk geeft de Woningwet niet, de VNG houdt in de model
bouwverordening een in de jurisprudentie aanvaarde definitie aan:
- bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats
van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in
of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Aan de hand van de vier elementen van de definitie van het begrip bouwwerk
1constructie,
2) van enige omvang,
3) met de grond verbonden,
4) bedoeld om ter plaatse te functioneren
wordt bepaald op een object een bouwwerk is of niet.
Over het begrip bouwwerk bestaat een uitgebreide jurisprudentie, het is niet zonder meer duidelijk wanneer
aan de vier voorwaarden wordt voldaan om tot de conclusie te komen dat een object een bouwwerk is. Een
uitgebreide opsomming van jurisprudentie kunt u vinden in de toelichting op de Model-bouwverordening van
de 'Standaardregelingen in de bouw' (Sdu uitgevers bv, Den Haag).
Gebruiksvergunning
De brandbeveiligingsverordening kent een gebruiksvergunningenstelsel voor die situaties die uit een
oogpunt van brandveiligheid meer dan gebruikelijke aandacht behoeven. Gezien de zo grote
verscheidenheid aan situaties is er niet voor gekozen een meldingsplicht i.p.v. vergunningsplicht in te stellen
omdat tussen die situaties dan bij voorbaat onderscheid gemaakt moet worden Daarnaast staan in de
brandbeveiligingsverordening gebruiksvoorwaarden waaraan altijd moet worden voldaan.
Voor het stellen van eisen via een vergunning of via de directe werking van de verordening is het nodig dat
de situatie waarop de vergunning of eisen van toepassing is, is afgebakend: een ruimtelijk begrensde plaats,
voor zover die geen bouwwerk is. Kortheidshalve is gekozen voor één woord: inrichting.
Het is duidelijk dat voor een zo grote verscheidenheid aan situaties het niet goed mogelijk is concrete eisen
te stellen. Om dezelfde reden is het aanvragen van een vergunning vormvrij.
Het Bouwbesluit en het Gebruiksbesluit geven richtlijnen voor de te stellen voorwaarden. Langs die lijnen
(analoog) moet met verstand van zaken worden gehandeld.
Aan een los aangemeerde drijvende hotelboot bijvoorbeeld kunt u dezelfde brandveiligheidseisen stellen als
aan een vast met de wal verbonden drijvende hotelboot (bouwwerk in de zin van de bouwverordening en de
Woningwet). Voor de goede orde voor de laatstgenoemde 'boot' kunt u eisen stellen aan energiezuinigheid
etc. op grond van het Bouwbesluit. Aan de eerstgenoemde 'boot' kan dit niet omdat deze immers geen
bouwwerk is in de zin van de bouwverordening en de Woningwet.
-4-